Volgens een analyse van Euronews blijven in 2025 nog altijd 23 Franse bedrijven actief in Rusland, een derde van de 75 ondernemingen die daar actief waren vóór de grootschalige invasie van Oekraïne in februari 2022. Twee van deze groepen, Auchan en Leroy Merlin, behoren tot de twintig grootste buitenlandse ondernemingen in Rusland in termen van verkoop in 2024. Leroy Merlin staat op de derde plaats met 6,8 miljoen dollar, terwijl Auchan met 3,27 miljoen dollar de achtste plaats inneemt. In 2023 behoorden Leroy Merlin en L’Oréal tot de grootste Franse belastingbetalers in Rusland; samen droegen de Franse bedrijven 565 miljoen dollar aan belastingen af aan de Russische begroting.
Achtergrond en zakelijke keuzes
Na de invasie van Oekraïne verlieten veel Franse multinationals, waaronder Société Générale, LVMH en Safran, de Russische markt. Toch bleef een aanzienlijk deel aanwezig. Bedrijven zoals Auchan verklaren hun aanhoudende aanwezigheid met het argument dat ze de Russische bevolking willen helpen “te voeden”, een retoriek die ook door Bonduelle en andere voedingsbedrijven wordt gebruikt. Sectoren zoals farmacie, landbouwproducten en voedsel vallen niet onder de Europese of Russische sancties. Van de 52 Franse ondernemingen die bij het begin van de invasie in Rusland actief waren en hun activiteiten opschortten, hebben er slechts 16, waaronder Renault, hun zaken volledig afgebouwd. Voor een volledige terugtrekking moeten ondernemingen tot 60% korting geven op hun activa en een speciale belasting van 35% betalen.
Strategie van “afwachten”
Een deel van de Franse bedrijven koos voor een “wachtmodus”: het personeel werd ontslagen, maar het management bleef in een bepaalde vorm behouden. Deze aanpak, toegepast door groepen als Kering, Décathlon en Hermès, wordt door experts gezien als een strategische fout, omdat bedrijven die formeel hun activiteiten stopzetten maar eigendom of licenties behouden, nog steeds financiële steun aan de Russische economie verlenen. Dat schaadt hun reputatie, aangezien de betaalde belastingen en licentievergoedingen indirect bijdragen aan de financiering van de oorlog tegen Oekraïne.
Financiële en morele implicaties
Volgens berekeningen van de Kyiv School of Economics hebben internationale bedrijven die in Rusland actief bleven in 2024 meer dan 17,2 miljard euro aan belastingen betaald. Sinds het begin van de invasie bedraagt het totaal 51,8 miljard euro, waardoor buitenlandse bedrijven een cruciale bron van inkomsten zijn geworden voor de Russische oorlogseconomie. Deze fondsen versterken direct of indirect de Russische strijdkrachten en defensie-industrie.
Druk van Moskou en reactie van het Westen
De Russische autoriteiten oefenen systematische druk uit op Europese bedrijven om hun vertrek te voorkomen, met dreigementen van nationalisatie, bevriezing van bankrekeningen en juridische vervolging. Sinds 2022 heeft het Kremlin bovendien een systeem ingevoerd dat het vertrek van buitenlandse bedrijven bemoeilijkt, onder meer door activa onder “tijdelijk beheer” te plaatsen, wat in de praktijk neerkomt op nationalisatie zonder compensatie. Dat overkwam ook het Russische filiaal van Air Liquide, dat onder controle van staatsstructuren werd geplaatst. Moskou gebruikt de blijvende aanwezigheid van Franse ondernemingen als propagandamiddel om te suggereren dat Europa zich verzoent met de oorlog.
Oproep tot internationale druk
Waarnemers benadrukken dat er voortdurende publieke en diplomatieke druk moet worden uitgeoefend op Franse bedrijven die in Rusland actief blijven. Alleen door gezamenlijke inspanningen van media, regeringen en het maatschappelijk middenveld kunnen deze bedrijven worden aangespoord hun morele verantwoordelijkheid te erkennen en hun banden met de agressorstaat te verbreken.