De eerste maanden van het kabinet-Schoof verliepen hobbelig. Premier Dick Schoof worstelde zichtbaar met de verhouding tot zijn kabinet en de coalitie. Vooral PVV-leider Geert Wilders zat in zijn vaarwater.
Het kabinet-Schoof heeft de Kerst gehaald. De eerste kleine stapjes op weg naar een strenger asielbeleid en meer woningen zijn gezet.
Toch zullen de eerste maanden van het kabinet-Schoof vooral de boeken ingaan als een roerige tijd, waarin het kabinet van de ene in de andere crisis tuimelde.
Aan het hoofd van de ploeg staat oud-topambtenaar Schoof, de eerste partijloze premier van Nederland in tijden. Hij moet de boel bij elkaar houden, en dat bleek tot nu toe geen simpele klus. Al tijdens zijn allereerste debat in de Kamer kreeg Schoof te maken met de grillen van Wilders.
De PVV-leider koos tijdens dat debat de aanval, zoals je hieronder in de video kan zien. Wilders vond dat Schoof zich niet scherp genoeg uitsprak tegen beschuldigingen van racisme aan het adres van PVV-ministers.
Het was een bizar startschot voor Schoofs kabinet. De situatie is tekenend voor de uitdaging waar Schoof als partijloze premier mee te maken heeft. Hoewel hij – als het goed is – kan rekenen op de steun van de coalitiepartijen, zal Schoof als het erop aankomt alleen staan.
De confrontatie legde ook direct de verhoudingen tussen Schoof en Wilders bloot. Er zullen meerdere momenten volgen waarop de PVV-leider de regie neemt, waardoor twijfels ontstaan over wie de echte leider is.
Asielnoodrecht zette verhoudingen op scherp
De relatie met Wilders kwam bijvoorbeeld op scherp te staan rond het voornemen om een asielcrisis uit te roepen. Het plan kwam uit de koker van de coalitie, maar naast vrijwel de gehele oppositie begon ook NSC openlijk te twijfelen. De partij eiste een “dragende motivering” voor de inzet van het noodrecht.
Het was aan PVV-minister Marjolein Faber (Asiel) om die te vinden. En die moest, als het aan Wilders lag, hoe dan ook gevonden worden. Het kabinet zou anders “een groot probleem” hebben, dreigde de PVV-leider.
Achter de schermen had Schoof intussen al een probleem, want Faber kreeg geen “dragende motivering” op papier. Een paar weken eerder, tijdens het belangrijkste debat van het jaar, waren hier al aanwijzingen voor. Uit stukken die mede door de steun van NSC werden vrijgegeven, bleek dat ambtenaren zeer kritisch waren op het plan.
Het debat verliep door het vrijgeven van de documenten, die grotendeels zwartgelakt waren, chaotisch. Met de herinnering aan zijn eerste ongelukkige confrontatie met de Kamer wilde Schoof zich dit keer niet laten kennen. Het leidde tot een van de opvallendste politieke momenten van dit jaar. De premier wilde de kritische Kamer zo graag tegemoetkomen dat hij plotseling instemde met het delen van ongelakte documenten.
Een “zeer ongebruikelijk” besluit, vond Schoof zelf ook. Vanuit zijn eigen kabinet werd met verbazing gereageerd

In de weken na het debat kwamen de verhoudingen op scherp te staan. Wilders bleef dreigen, maar het was inmiddels echt onwaarschijnlijk geworden dat het noodrecht stand zou houden bij rechters en het parlement. Dus moesten de asielplannen terug naar de tekentafel.
Schoof nam daarbij voor het eerst zichtbaar de touwtjes in handen. Tegenpolen PVV en NSC moesten op één lijn worden gebracht en schoven meermaals aan tafel bij de premier. Uiteindelijk slaagde hij daar ook in, en dit keer trok Wilders aan het kortste eind.
Vertrek staatssecretaris liet kabinet weer wankelen
Maar de ene crisis was amper bezworen of de volgende diende zich alweer aan: het geweld in Amsterdam na de voetbalwedstrijd Ajax-Maccabi Tel Aviv. Ook hier moest Schoof leiderschap tonen, maar was Wilders hem een stap voor. Terwijl de premier nog in het buitenland zat, was de PVV-leider degene die als eerste een reactie gaf op X en de aandacht opeiste.
In de nasleep van de gebeurtenissen liepen de gemoederen binnen het kabinet ook weer hoog op. NSC-staatssecretaris Nora Achahbar (Toeslagen) had moeite met polariserende uitspraken van andere bewindspersonen en besloot op te stappen. Het kabinet hing urenlang aan een zijden draadje. Maar ook deze crisis werd uiteindelijk bezworen.
Wel liet ze de zoveelste kras na.
Wie naar de afgelopen maanden kijkt, ziet een kabinet en coalitie die telkens weer met elkaar overhoop liggen. Het zorgt voor een wankele situatie en het zal er niet makkelijker op worden. Ook 2025 belooft een hobbelig jaar te worden, dus Schoof zal de teugels moeten aantrekken.
Maar de premier blijft optimistisch, ondanks het “bumpy” begin van zijn kabinet. Op de vraag of hij met de kennis van nu alsnog minister-president had willen worden, antwoordde Schoof vlak voor het kerstreces nog volmondig met een “ja”. “Er is geen dag dat ik niet opgewekt ’s ochtends in de auto stap.”