De Europese Unie blijft meer energie opwekken uit duurzame bronnen. In 2024 was ruim 47 procent van de opgewekte elektriciteit afkomstig uit hernieuwbare bronnen. Dat betekent een groei van 2,6 procentpunten vergeleken met 2023, meldt het Europese statistiekbureau Eurostat.
De meeste duurzame elektriciteit komt van wind. Statistiekbureau CBS meldde vorige week al dat Nederland ongeveer de helft van zijn energie opwekt uit hernieuwbare bronnen. We lopen dus ongeveer gelijk met het gemiddelde van de EU-landen.
De landen die veruit de meeste elektriciteit opwekken uit duurzame energiebronnen zijn Denemarken (89 procent) en Portugal (87 procent). Er zijn ook achterblijvers: Malta (15 procent) en Tsjechië (18 procent) presteren het minst.
Windenergie was goed voor 39 procent van de uit duurzame bronnen opgewekte elektriciteit in de EU. Daarna volgen energie uit waterkracht (30 procent) en zonne-energie (22 procent). Ook in Nederland wordt de meeste duurzame energie opgewekt door windmolens, met zonnepanelen op de tweede plaats.
De productie van elektriciteit door verbranding van kolen en aardgas is in de afgelopen vijf jaar met bijna 40 procent afgenomen in Nederland.
