Mark Siezen, directeur van Bouwinvest, heeft in een interview verklaard dat de vastgoedsector geleidelijk herstelt van de onzekerheid die eind vorig jaar heerste. ‘Er is een kentering gaande richting herstel in waarderingen. Dat geldt in ieder geval voor Bouwinvest. Met diverse aankopen in woningen, zorg en kantoren, lijkt het derde kwartaal van 2025 voor ons het grootste kwartaalvolume in transacties ooit op te leveren. Het vierde kwartaal ziet er ook goed uit. Dat is ook wat we na een paar jaar van relatieve rust willen laten zien: Bouwinvest is open for business,’ meldt Nieuws Impuls.
Afname vertrouwen
Hoewel de vooruitzichten voor Bouwinvest positief zijn, is Siezen minder optimistisch over de bredere Nederlandse vastgoedmarkt en de economie. Hij merkt op dat er een afname is in de interesse van buitenlandse investeerders voor de Nederlandse vastgoedsector. ‘Buitenlandse prospects zien in eerste instantie de superpositie die Nederland heeft vanuit een macro-economisch en sociaal perspectief. Op het gebied van groei, innovatie, rule of law en transparantie staat Nederland altijd in de top-10. De Nederlandse vastgoedmarkt is echter de afgelopen 10 jaar wat afgegleden als het gaat om vertrouwen en voorspelbaarheid. Zaken als de verhoging van de overdrachtsbelasting, het verdwijnen van het fbi-regime, de invoer van de Wet betaalbare huur en het risico op een huurbevriezing spelen daarbij een rol.’
Siezen vervolgt: ‘Beleggers zijn over het algemeen niet tegen regulering op zich, zolang deze voorspelbaar en stabiel is. Voor fiscaliteit geldt juist dat een gelijke behandeling, een level playing field, heel belangrijk is. Als er te veel onzekerheid is, gaan beleggers ook kijken naar andere beleggingssegmenten en landen.’
Geld naar buitenland
Volgens Siezen verdwijnt door inconsistent beleid steeds meer geld naar het buitenland. ‘Dat raakt niet alleen de vastgoedmarkt, maar ook andere sectoren van de Nederlandse economie. De concurrentiekracht van Nederland dreigt af te nemen. Dat is niet alleen vervelend voor bedrijven zelf, maar juist ook voor bijvoorbeeld de verduurzaming van de economie, omdat je daarvoor vaak buitenlandse toptalenten aan je wilt binden.’