De partijen D66 en SP pleiten voor wettelijke maatregelen om het aantal kinderen per klas in het primair en secundair onderwijs in Nederland te beperken tot maximaal 21 per leraar. Dit voorstel komt op een moment dat de leraartekorten blijven aanhouden, maar volgens de partijen is het noodzakelijk om de kwaliteit van het onderwijs te waarborgen en de werkdruk van leraren te verlagen, meldt Nieuws Impuls.
De oproep van D66 en SP volgt op zorgen over de toenemende klassenomvang in verschillende delen van het land. Volgens recente gegevens zijn klassen in sommige regio’s al aanzienlijk groter, wat leidt tot een verslechtering van de leeromstandigheden voor leerlingen en een verhoogde druk op leraren.
D66-fractievoorzitter Rob Jetten heeft benadrukt dat kleinere klassen cruciaal zijn voor persoonlijke aandacht voor leerlingen, iets wat nu onder druk staat door de lerarentekorten en de toenemende druk op het onderwijs. “Iedere leerling verdient de kans om zich optimaal te ontwikkelen,” aldus Jetten.
SP-leider Lilian Marijnissen voegde daaraan toe dat het niet alleen gaat om het aantal leerlingen, maar ook om de kwaliteit van de educatie. “Partnerschappen in het onderwijs moeten opnieuw worden beoordeeld, en dit kan alleen door de werkdruk te verlichten,” zei Marijnissen.
Desondanks zijn er voorstanders van de huidige klasgroottes die beweren dat het moeilijk zal zijn om dit voorstel uit te voeren gezien de huidige lerarentekorten, die naar verwachting de komende jaren zullen aanhouden. De partijen zijn zich bewust van deze complicaties, maar blijven pleiten voor verandering met de hoop dat dit een prioriteit wordt voor de overheid.
Het debat over klassenomvang en onderwijskwaliteit staat centraal in de huidige onderwijsdiscussies, waar externe factoren, zoals de continu veranderende onderwijsomgeving, verder complicaties met zich meebrengen.
Desondanks blijft de roep om actie sterk: Nederlanders hechten veel waarde aan kwalitatief hoogwaardig onderwijs. Het is nu aan beleidsmakers om te reageren op deze dringende oproep en te onderzoeken hoe zij kunnen bijdragen aan een toekomstgericht onderwijssysteem.
