Buitenlandse investeringen in Nederlands vastgoed dalen drastisch
De instroom van buitenlands kapitaal in de Nederlandse vastgoedmarkt is sinds 2022 aanzienlijk afgenomen, zoals blijkt uit cijfers van StiVAD. Dit komt door beleidswijzigingen, fiscale druk en onduidelijkheden rondom wetgeving, die het aantrekkelijk maken om in Nederlands vastgoed te investeren, vermindert, meldt Nieuws Impuls.
Tussen 2020 en het eerste kwartaal van 2025 bedroeg het totale beleggingsvolume in Nederlands vastgoed meer dan € 81 miljard. Buitenlands kapitaal droeg in deze periode zorg voor 36% van de instroom en 15% van de uitstroom. In 2020 kende de markt een positieve balans van € 5,9 miljard instroom en € 2,2 miljard uitstroom. Echter, dit beeld veranderde snel, met een toename van verkooptransacties vanaf 2022. In 2024 werd er door buitenlandse partijen voor het eerst in vijf jaar evenveel vastgoed verkocht als aangekocht.
Sectoren onder druk
Vooral woningen en kantoren ervaren de grootste impact hiervan. Zorgvastgoed blijft echter gewild en de prestaties van winkelvastgoed tonen een gemengd beeld. De daling van buitenlandse investeringen is vooral zichtbaar in de woningsector, waar het aandeel buitenlandse kopers in 2023 nog 15% was, maar in 2024 terugviel naar slechts 4%. Dit heeft geresulteerd in een daling van het investeringsvolume met 65%, tot € 225 miljoen. De uitstroom bedraagt bijna € 1 miljard, veelal door de verkoop van een grote woningportefeuille door de Canadese belegger ERES.
Deze omschakeling komt gelijktijdig met de invoering van de Wet betaalbare huur, die veel huurwoningen uit de vrije sector naar de gereguleerde middenhuursector duwt. Hierdoor zien woningbeleggers hun potentiële huuropbrengsten significant dalen. Sinds medio 2024 verlaat er meer buitenlands kapitaal de Nederlandse vastgoedmarkt dan er instroomt.
Zorg en kantoren
In de sector zorgwoningen en zorgvastgoed blijft de instroom van buitenlands kapitaal relatief hoog, alhoewel investeringen in 2023 met 83% daalden vergeleken met het jaar ervoor. Buitenlandse partijen blijven netto-kopers. De kantorenmarkt, voorheen een populaire bestemming voor buitenlandse investeerders, heeft snel terrein verloren. In 2020 was dit nog twee derde van de investeringen, maar vier jaar later is dit gedaald tot 15%. Sinds medio 2022 overstijgt de uitstroom de instroom in deze sector structureel. Hybride werken, onzekerheid over waarderingen en hoge overdrachtsbelasting hebben buitenlandse beleggers doen afschrikken.
Ook het winkelvastgoed kende schommelingen in transactievolumes. Na een opleving in 2021 nam de verkoop door buitenlandse partijen in 2023 toe ten opzichte van de aankopen. Er was in 2024 een bescheiden herstel van de instroom (+67%), maar het investeringsvolume bleef met € 269 miljoen achter bij de uitstroom van € 390 miljoen.
Logistieke sector als uitzondering
Een positieve uitzondering vormt de logistieke sector, die met meer dan € 13 miljard aan investeringen de grootste categorie blijft voor buitenlandse beleggers. Het aandeel buitenlands kapitaal in logistieke transacties daalde wel van 82% in 2020 naar 53% in 2023 en 2024, maar blijft aanzienlijk. De schaarste aan logistiek vastgoed, de strategische ligging van Nederland en moderne gebouwen maken het land aantrekkelijk als logistieke hub, alhoewel ook hierin de uitstroom toeneemt.
StiVAD classificeert de nationaliteit van beleggers op basis van de vestigingsplaats van hun moederbedrijf. Alle niet in Nederland gevestigde moederbedrijven worden als buitenlands aangemerkt. Buitenlandse structuren in bijvoorbeeld Luxemburg of Frankrijk worden als Nederlands beschouwd als er een Nederlandse moedermaatschappij is.