Drie jaar na het uitbreken van de oorlog kampen Oekraïense vluchtelingen nog steeds met problemen. Sommigen keren zelfs terug naar huis, omdat ze hier geen baan of goede gezondheidszorg kunnen krijgen. Maar ook in Oekraïne stapelen de problemen zich op.
27 procent van de vluchtelingen die terugkeren naar Oekraïne komt in gevaarlijke gebieden rond het front terecht, blijkt uit een peiling van het Rode Kruis. Bijna 80 procent daarvan kampt met voedseltekorten en heeft geen woning meer.
De hulporganisatie deed onderzoek naar 5.400 Oekraïense vluchtelingen die terugkeerden vanuit zes Europese landen: Roemenië, Moldavië, Polen, Tsjechië, Slowakije en Duitsland. Familiebanden en heimwee zijn de belangrijkste reden van terugkeer. “Maar steeds meer mensen gaan terug omdat zij geen baan kunnen vinden of geen toegang krijgen tot gezondheidszorg”, zegt woordvoerder Bastiaan van Blokland van het Rode Kruis.
Dat beaamt Anouk Pronk. Zij doet onderzoek naar Oekraïense ontheemden in Europa bij Instituut Clingendael. “61 procent van de Oekraïense vluchtelingen in Nederland heeft een baan”, zegt Pronk. Vergeleken bij andere groepen vluchtelingen is dat “vrij hoog”, maar nog steeds zit 39 procent zonder werk.
Dat is een probleem, want rondkomen is daardoor lastig. Vooral 65-plussers zijn de dupe, blijkt uit onderzoek. 54 procent van de ouderen is afhankelijk van overheidssteun, waarmee ze de huur betalen of boodschappen doen. “Zij kunnen vaak moeilijk integreren. Voor ouderen is het moeilijker om de taal te leren en aan werk te komen. Zo maken zij sneller schulden”, zegt Van Blokland.
Taalbarrière is probleem op arbeidsmarkt en in gezondheidszorg
Taalvaardigheid vormt het grootste probleem, stelt Pronk. “Veel Oekraïners werken onder hun niveau. Meer dan de helft is universitair geschoold, maar die kwalificaties zijn lastig om te zetten.” Dat komt volgens Pronk doordat Nederland niet heeft ingezet op het leren van onze taal. “In Duitsland deden ze dat wel. Daar moesten de Oekraïners eerst Duits leren voor ze aan het werk konden.”
Die taalbarrière vormt ook een probleem in de gezondheidszorg, zien Pronk en het Rode Kruis. “Dat is in meerdere EU-lidstaten een probleem”, zegt Pronk. Doordat Oekraïners de taal niet spreken, snappen ze vaak het zorgsysteem niet en zijn administratieve zaken een uitdaging.
Daarbij komt ook het probleem van huisvesting en hoge kosten. Volgens Pronk zit 67 procent van de Oekraïners in de gemeentelijke opvang. “De EU dacht dat dit voor korte duur was, maar die periode wordt steeds langer.” In Polen en Tsjechië gaat dat beter, stelt Pronk. “De woningcrisis in Nederland helpt daar niet bij.”
Is het dan beter in Oekraïne?
Onder meer om deze redenen zoeken Oekraïners hun eigen land weer op. Maar is het daar dan beter? “Dat is lastig te zeggen”, stelt Van Blokland. Veel teruggekeerde Oekraïners komen van een koude kermis thuis. Vooral aan de frontlinie zijn veel woningen verwoest. “Mensen komen dan terecht in een situatie waarin geld- en werkproblemen nog steeds een probleem zijn”, zegt Van Blokland. “Bovendien is de zorg ook daar overbelast.”
Dat de situatie in Oekraïne zwaar is, blijkt ook uit onderzoek van Save The Children. “Drie op de vier inwoners hebben financiële problemen. Zij hebben grote moeite om genoeg voedsel, kleding en dagelijkse spullen voor huishouden en verzorging te kopen.”
In het land kan zo’n 55 procent van de mensen de huur niet op tijd betalen en heeft 46 procent financiële hulp nodig om kosten van gas, water en licht te dekken, stelt de hulporganisatie. Uit onderzoek van VN-organisatie OCHA blijkt dat 12,7 miljoen Oekraïners hulp nodig hebben. De grootste punten van zorg zijn gezondheidszorg en bescherming.
In Europa worden ruim vijf miljoen Oekraïners opgevangen. In Nederland verblijven er ruim 120.000, blijkt uit cijfers van het ministerie van Justitie en Veiligheid. De verdere verdeling over Europa kun je hieronder zien.

Situatie in Oekraïne onzeker door relatie Trump en Poetin
In meerdere delen van Oekraïne is het lang niet overal veilig, stelt Nicolaas Kraft van Ermel-Nijland. Hij is docent Oost-Europese Geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen. “In het westen, bijvoorbeeld in Lviv, gaat af en toe het luchtalarm af. Daar kun je best mee leven.”
In Kyiv is dat ook mogelijk, maar klinken de sirenes al geregelder, stelt Kraft van Ermel-Nijland. “Maar ga je bijvoorbeeld naar Kharkiv – dat bestookt is met artillerie – dan is het de vraag of je daar nog wel fatsoenlijk kunt wonen.”
De reikwijdte van Russisch vuur bedraagt enkele tientallen kilometers. “Er is dus een groot gebied waar je absoluut niet veilig naartoe kan”, zegt Kraft van Ermel-Nijland. In een nog veel groter gebied liggen ook onontplofte landmijnen en andere explosieven, waardoor het niet veilig is.
Daarbij wijst Kraft van Ermel-Nijland op de onzekerheid van de huidige situatie. “We weten niet wat Donald Trump gaat doen en we weten niet wat Rusland gaat doen.” Delegaties van de Verenigde Staten en Rusland spraken afgelopen dagen over mogelijke vredesonderhandelingen. De uitkomst daarvan is onzeker.
Daarbij lopen de spanningen tussen Trump en de Oekraïense president Volodymyr Zelensky op. Experts zeiden dat een snel akkoord “negatief kan uitpakken voor Oekraïne”. Daarover kun je meer lezen in onderstaand artikel. “De toekomst van Oekraïne is daarmee nogal onzeker”, zegt Kraft van Ermel-Nijland. “Dus als je je leven opnieuw wil opbouwen, lijkt terugkeren een voorbarige keuze.”