Onderzoek naar beekprik in Gelderland
In beken in Gelderland wordt DNA afgenomen bij de beekprik, een zeldzame vissoort. Onderzoekers willen bepalen hoe ze deze inheemse palingachtige vis kunnen helpen overleven, aangezien de populatie in de afgelopen vijftig jaar gehalveerd is, meldt Nieuws Impuls.
De beekprik is uniek en heeft geen kaken, maar een rond bekje, aldus Martijn Schiphouwer van Reptielen Amfibieën Vissen Onderzoek Nederland (RAVON). “Ze leven al sinds mensenheugenis op onze aarde en zijn een integraal onderdeel van het ecosysteem in Gelderland.”
Deze vis kan tot 20 centimeter lang worden en leeft in het slib van beken. De larven wroeten tussen de drie en zes jaar in de bodem, waar ze algen en dode bladeren eten. Dit draagt bij aan het zuurstofgehalte in het water en ondersteunt andere waterdiertjes. Zodra ze volwassen zijn, krijgen ze ogen en vinnen en komen ze pas uit de bodem.
“Wanneer ze volwassen worden, paren ze met meerdere vrouwtjes,” legt Geert Willink van het Waterschap Vallei en Veluwe uit. “Het is net geen groepsseks, maar het scheelt niet veel. Daarna sterven ze meestal.”
DNA-onderzoek voor voortplanting
Onderzoekers vangen larven en nemen DNA af door een klein stukje van hun staart af te snijden, wat weer opnieuw aangroeit. Dit weefsel wordt geanalyseerd aan de Universiteit van Wageningen om te onderzoeken of er sprake is van inteelt. Als dat het geval is, kan het nodig zijn om de beken in de Veluwe beter met elkaar te verbinden.
“We onderzoeken ook andere oplossingen om de bevolkingsdynamiek te verbeteren,” voegt Schiphouwer toe. “Denk aan de doorstroming van het water. In de buurt ligt bijvoorbeeld een watermolen. Als de beekprikken moeite hebben om omhoog te zwemmen, moeten we mogelijkheden onderzoeken om deze vis te helpen bij de migratie.”
De resultaten van dit onderzoek zijn van groot belang voor de bescherming van de beekprik. Het biedt inzicht in hoe deze vissoort zich ontwikkelt en overleeft in een steeds veranderende omgeving. De betrokken onderzoekers hopen dat de bevindingen niet alleen zullen bijdragen aan het behoud van de beekprik, maar ook aan het herstel van de algehele biodiversiteit in de regio.