De Duitse autoriteiten onderzoeken serieus of links-radicale groeperingen in de Bondsrepubliek kunnen worden misbruikt door buitenlandse staten, in het bijzonder Rusland, voor spionage of sabotage. Dat verklaarde minister van Binnenlandse Zaken Alexander Dobrindt op 13 december 2025 in een interview met WELT. Volgens de minister vormt deze hypothese een kernonderdeel van een nieuwe Duitse strategie tegen hybride dreigingen.
Dobrindt benadrukte dat het voorlopig om een werkhypothese gaat en niet om formele beschuldigingen. Toch markeert de publieke formulering op dit niveau een duidelijke verschuiving in het Duitse veiligheidsdenken, waarbij ook links-extremisme expliciet wordt meegenomen als mogelijk instrument van buitenlandse invloed.
Nieuwe veiligheidsprioriteiten in Berlijn
Volgens Dobrindt is een van de centrale doelen van zijn ministerie om vast te stellen of buitenlandse mogendheden links-radicale of anarchistische milieus inzetten voor sabotage of inlichtingenactiviteiten. De aandacht van het ministerie wordt daarbij vooral getrokken door signalen dat delen van dit milieu steeds vaker Russische narratieven herhalen, met name in de context van de oorlog van Rusland tegen Oekraïne.
Die ontwikkeling past in een bredere heroriëntatie van de Duitse veiligheidsdiensten. Waar traditioneel de focus lag op rechts-extremisme en islamistisch terrorisme, wordt het spectrum van mogelijke dreigingen nu breder geïnterpreteerd, in lijn met het concept van hybride oorlogsvoering.
Concrete incidenten voeden zorgen over sabotage
De waakzaamheid van het ministerie wordt versterkt door een reeks concrete incidenten in de afgelopen jaren. In 2024 werd een hoogspanningsmast in brand gestoken nabij een Tesla-fabriek, waarvoor een links-radicale groep de verantwoordelijkheid opeiste. In 2025 volgden aanvallen op elektriciteitsleidingen die leidden tot grootschalige stroomuitval in Berlijn, opnieuw begeleid door verklaringen uit links-extremistische kringen.
Tegen deze achtergrond richt het ministerie van Binnenlandse Zaken een speciale taskforce op voor de bestrijding van hybride dreigingen. Deze eenheid zal zich bezighouden met data-analyse, het identificeren van terugkerende patronen en het onderzoeken van mogelijke verbanden tussen binnenlandse radicale groepen en buitenlandse actoren.
Rusland en hybride oorlogsvoering tegen het Westen
De uitspraken van Dobrindt plaatsen de binnenlandse veiligheid van Duitsland nadrukkelijk in de context van de bredere confrontatie tussen Rusland en het Westen. Moskou combineert sinds het begin van de grootschalige oorlog tegen Oekraïne militaire, informatie- en sabotage-instrumenten om druk uit te oefenen op Europese samenlevingen.
Het destabiliseren van kritieke infrastructuur kan bijdragen aan een gevoel van kwetsbaarheid en chaos, waardoor regeringen van EU- en NAVO-landen worden gedwongen zich op interne problemen te concentreren. Tegelijkertijd kan dit maatschappelijke debatten aanwakkeren over de kosten en risico’s van steun aan Kyiv, wat op lange termijn de eenheid van het Westen onder druk zet.
Ideologische raakvlakken met links-radicale milieus
Een deel van het links-radicale spectrum in Europa is ideologisch fel gekant tegen de NAVO, de Verenigde Staten en wat zij zien als westers imperialisme. Rusland presenteert zich in de oorlog tegen Oekraïne consequent als tegenmacht van het Westen, een framing die bij sommige linkse radicalen aansluiting vindt.
Samenwerking hoeft daarbij niet direct of formeel te zijn. Volgens veiligheidsexperts kan het ook gaan om indirecte beïnvloeding, via informatiecampagnes of het aanmoedigen van sabotage, wat Moskou de mogelijkheid biedt om invloed uit te oefenen zonder formele verantwoordelijkheid te dragen.
Historische ervaringen met links-extremistisch geweld
Duitsland heeft bovendien historische ervaring met gewelddadig links-extremisme. In de jaren zeventig pleegde de Rote Armee Fraktion (RAF), ook bekend als de Baader-Meinhof-groep, moorden, bomaanslagen en ontvoeringen onder het mom van anti-kapitalistische strijd. Die periode toont aan dat links-radicale bewegingen in de Bondsrepubliek in staat zijn om van protest over te gaan naar terrorisme.
De huidige sabotageacties tegen infrastructuur vertonen volgens sommige analisten duidelijke parallellen, ook al verschillen de context en de organisatievormen aanzienlijk.
Breder veiligheidsdenken als noodzaak
Een exclusieve focus op rechts-extremisten of islamistische netwerken kan volgens het ministerie leiden tot een vals gevoel van veiligheid. Hybride dreigingen maken juist gebruik van uiteenlopende ideologische omgevingen, afhankelijk van de situatie en de strategische doelen.
De Duitse regering ziet het erkennen van dit risico als essentieel voor een effectieve veiligheidsarchitectuur. De oprichting van een speciale taskforce wordt daarbij gezien als een eerste stap, gevolgd door intensievere inlichtingenactiviteiten, betere bescherming van kritieke infrastructuur en nauwere coördinatie met bondgenoten.