Terwijl de Nederlandse economie bovengemiddeld groeit, krimpt die van Duitsland al twee jaar. Waarom heeft Nederland geen last van de stevige ‘griep’ van de oosterburen? “We moeten niet denken dat we de dans volledig ontspringen”, waarschuwt econoom Jan-Paul van de Kerke.
De Duitse verkiezingen zijn zondag en de kwakkelende economie is een belangrijk thema. Die krimpt al twee jaar op een rij en daarvoor was er ook weinig groei, terwijl alles door hoge inflatie steeds duurder wordt.
Onderzoek van ING en Eurostat toont aan dat de Duitse economie (het bbp: alles wat burgers en bedrijven in een jaar verdienen) de afgelopen tien jaar met nog geen 10 procent is gegroeid.
Volgens gegevens van het Duitse statistiekbureau Destatis groeit de economie sinds 2019 nog amper. De oosterburen werpen jaloerse blikken richting het westen, want hun ‘kleine broertje’ lijkt kerngezond.
De Nederlandse economie is volgens ING in diezelfde periode twee keer zo hard gegroeid, zoals je hieronder kunt zien.

‘Duitsland blijft de economische gorilla van Europa’
Kan de onder investeerders geliefde uitspraak ‘Als Duitsland niest, raakt Nederland verkouden’ bij het grofvuil? Daar zijn de economen voorzichtig mee. “Duitsland blijft met afstand onze belangrijkste handelspartner”, vertelt Sander Tordoir, hoofdeconoom van het Centre for European Reform (CER).
“Nog steeds gaat 23 procent van onze export naar het land toe. Duitsland blijft de economische gorilla van Europa, dus ik twijfel of Nederland zijn economie ooit helemaal kan loskoppelen.”
Het viel het Centraal Planbureau (CPB) in 2023 al op dat Nederland beter herstelt van de coronajaren dan buurland Duitsland. De motor van de exportgroei is volgens het CPB wederuitvoer. Dat zijn producten die voor andere landen bestemd zijn, maar via Nederland – met name Rotterdam – Europa binnenkomen.
Daar verdient Nederland minder aan dan met de export van eigen producten, maar het hielp het economisch herstel tijdens en na de lockdownjaren.
Nederland exporteert meer en diverser
Een van de oorzaken van de toegenomen (weder)uitvoer is dat Europeanen sinds de coronapandemie veel meer online bestellen. Een andere oorzaak is de bloeiende industrie in Oost-Europese landen, waar Nederland goed op heeft ingespeeld. Tordoir: “De Nederlandse export is diverser geworden, doordat we nu aan meer landen in Oost-Europa leveren. Daardoor kan onze economie beter tegen een stootje.”
“Nederland is goed gevaccineerd tegen de Duitse griep”, bevestigt ABN AMRO-econoom Jan-Paul van de Kerke, die in de eurozone is gespecialiseerd. “We moeten alleen niet denken dat we de dans volledig ontspringen. Er is momenteel economisch een perfecte storm gaande in Duitsland, vooral in sectoren die voor Nederland minder belangrijk zijn. Als de schade groter wordt en andere sectoren beïnvloedt, ontstaat er meer werkloosheid en neemt de koopkracht van Duitsers af. Dat gaat Nederland zeker voelen.”
‘Duitsland heeft niet opgelet’
Bij de buren vallen de klappen vooral in de maaksectoren, zoals de auto-, staal- en chemische industrie. De sectoren waren jarenlang de paradepaardjes van Duitsland en goed voor ongeveer een vijfde van het bbp. De sleutel tot het succes was goedkope energie uit Rusland en een hoge vraag uit China. Maar beide zijn nu weggevallen.
Gas en olie uit Rusland zijn door sancties vanwege de Oekraïneoorlog moeilijk bereikbaar. China was jarenlang de belangrijkste handelspartner van Duitsland en kocht veel auto’s en machines in. De Duitse regering was volgens ING-econoom Carsten Brzeski naïef, want Berlijn ontdekte te laat dat China een concurrent begon te worden.
“Nu kunnen de Chinezen deze producten goedkoper maken en exporteren ze die ook naar andere markten”, legt Brzeski uit. “Duitsland heeft niet opgelet, want vijf jaar geleden kondigde de Chinese regering al aan dat ze in precies dezelfde sectoren wilde groeien als Duitsland.”
De Duitse auto-export naar China daalde vorig jaar scherp. Ook in Europa verliezen Duitse automerken terrein. Je kunt die ontwikkeling terugzien in de onderstaande grafiek.

Nederlandse en Duitse maakindustrie zijn innig verbonden
De Nederlandse maakindustrie is veel kleiner dan de Duitse, maar ze zijn wel innig verbonden. Zo produceert Nederland onderdelen voor auto’s.
Daarom is het opmerkelijk dat ING de Duitse maakindustrie sinds 2017 heeft zien krimpen, terwijl de Nederlandse juist met 15,3 procent is gegroeid.
Het merendeel is voor Duitsland bedoeld, en dan met name sectoren die nog niet veel last van de tegenslagen hebben gehad, zoals de elektronica- en machinebouwsector.
Duitsland kan van Nederland leren
De economen zijn het erover eens dat Nederland de laatste jaren veel geluk heeft gehad, met name door de bloeiende chipsector en het succes van bedrijven als ASML. Duitsland kan daar wat van leren, vooral op het gebied van digitalisering. Nederland heeft een van de beste digitale infrastructuren ter wereld, terwijl Duitsland in de achterhoede zit.
“De Duitsers hebben de afgelopen twintig jaar te weinig in hun infrastructuur geïnvesteerd”, zegt Van de Kerke. “De Duitse spoorwegen zijn daar een goed voorbeeld van. Ook de digitale infrastructuur laat te wensen over: het aantal internetverbindingen en de internetsnelheid blijven achter ten opzichte van andere EU-landen. Dat helpt niet mee als je wil digitaliseren en maakt het vestigingsklimaat minder interessant.”
“Een onderneming opstarten gaat er veel trager en is duurder dan in Nederland”, voegt Tordoir eraan toe. “Daar schrikken investeerders van. Nederland gebruikt verder meer pensioenkapitaal om te investeren in start-ups. Dat drijft innovatie aan.”
Hoe langer de economische malaise in Duitsland duurt, hoe groter de kans dat Nederland alsnog ziek wordt. “Voor de eerste helft van 2025 voorspellen we meer krimp in Duitsland”, zegt Brzeski. “Daarna zorgt een nieuwe regering met nieuw beleid in de tweede helft mogelijk voor wat groei.”