Een week na het einde van de klimaattop is een grote internationale klimaatzaak begonnen. Een eilandengroep midden in de Stille Oceaan stapte naar het Internationaal Gerechtshof in Den Haag. Dat moet nu bepalen welke verplichtingen landen hebben rondom klimaatverandering.
“We staan aan de frontlinie van een crisis die wij niet hebben veroorzaakt, een die ons voortbestaan bedreigt.” Met die woorden opent klimaatgezant Ralph Regenvanu maandag de grootste klimaatzaak die ooit heeft gediend bij het Internationaal Gerechtshof.
Regenvanu is afgereisd vanuit Vanuatu, dat deel uitmaakt van een eilandengroep in de Stille Zuidzee, 15.000 kilometer van Nederland. Vanuatu wordt hard geraakt door de opwarming van de aarde, en dan vooral door zeespiegelstijging. Het land, de mensen en hun cultuur zijn aan het verdrinken, vertelt Regenvanu. Dat zeggen ook de vele andere sprekers na hem, allemaal bewoners van nabijgelegen eilanden.
Vanuatu, een van de kleinste landen ter wereld, heeft de vijftien rechters van het VN-hof gevraagd een advies op te stellen. Dat advies moet duidelijker maken welke verplichtingen landen volgens het internationaal recht hebben om het klimaat te beschermen. Maar óók wat de juridische consequenties zijn van niet-handelen, en het schade aanrichten aan het klimaat. Vanuatu hoopt dat het advies ervoor zorgt dat landen meer actie ondernemen op gebied van klimaat.
‘Geen land staat boven de wet’
De langverwachte zaak is maandagochtend na jaren voorbereiding gestart bij het Internationaal Gerechtshof in Den Haag. Dat hof is de belangrijkste rechtsinstantie van de Verenigde Naties en huist in het Vredespaleis. Hier worden meestal rechtszaken tussen landen behandeld. Het is voor het eerst dat er nu zo’n omvangrijke klimaatzaak dient.
Dat advies is juridisch niet bindend. Maar juristen en deskundigen denken dat het er wel voor zal zorgen dat landen sterker geconfronteerd kunnen worden met acties, of juist het uitblijven daarvan. De zaak kan bovendien als een basis dienen voor klimaatzaken die nu lopen of in de toekomst worden aangespannen.
De Nederlandse advocaat en hoogleraar duurzaamheidsrecht Margaretha Wewerinke-Singh staat Vanuatu bij in de zaak. “Eerdere zaken, zoals die van de Zwitserse klimaatsenioren, hebben ons geleerd dat staten verantwoordelijk kunnen worden gehouden voor hun bijdrage aan klimaatverandering”, vertelt ze in de rechtszaal. Bij die zaak wonnen oudere vrouwen het van de staat, die nu meer moet doen tegen de eigen CO2-uitstoot. “Geen enkel land staat boven de wet, en schendingen ervan hebben gevolgen.”
Eilanden keerden teleurgesteld naar huis van klimaattop
De klimaatzaak volgt in de nasleep van de klimaattop in Bakoe, waar eilandstaten vorige week teleurgesteld van terugkeerden. Want na een wekenlang, moeizaam onderhandelingsproces werd besloten dat in 2035 arme landen 300 miljard dollar van rijke landen krijgen. Dat is drie keer zoveel als ze nu krijgen.
Ontwikkelingslanden hadden om 1,3 biljoen dollar gevraagd: een bedrag dat wordt ondersteund door onafhankelijk onderzoek. Dat geld hebben ze nodig om hun economieën te vergroenen en zich weerbaarder te maken tegen klimaatverandering.
De klimaatzaak in Den Haag telt tien zittingsdagen, tot en met 13 december. In totaal komen 98 landen en tientallen organisaties aan het woord. Onder de sprekers zijn ook afgevaardigden van grote uitstoters als de Verenigde Staten, Saoedi-Arabië en China. Volgende week dinsdag is Nederland aan de beurt.
De uitspraak volgt waarschijnlijk halverwege 2025.