Bedrijven zullen vanaf volgend jaar aan de cao-tafels harder op de rem trappen als het gaat om loonafspraken. Werkgevers hebben te maken met stijgende kosten en kunnen dat nauwelijks dragen. Ook zijn er grote zorgen over de economische situatie.
De lonen stegen de laatste maanden iets minder hard. De meeste werknemers in ons land zijn inmiddels gecompenseerd voor het verlies aan koopkracht. Werkgevers zijn daardoor terughoudender om de salarissen fors te verhogen.
De gemiddelde loonstijging over de eerste elf maanden van dit jaar komt uit op 5 procent, zo blijkt uit voorlopige cijfers van werkgeversvereniging AWVN. Dat is nog steeds historisch hoog, maar wel lager dan de 7,3 procent vorig jaar.
De loonstijging kwam afgelopen maand uit op 4,6 procent. In november zijn zestien cao’s afgesloten voor in totaal twintigduizend werknemers. De lonen gingen het hardst omhoog in de sectoren bouw, horeca, cultuur en sport, financiële diensten en het onderwijs. Dit jaar hebben tot nu toe ruim 3,7 miljoen mensen een nieuwe cao.
“Er is sprake van een licht dalende trend die doorzet”, zegt een woordvoerder. “Verder zijn er grote zorgen over de economische situatie, vooral in de industrie. Bedrijven verliezen hun concurrentiepositie vanwege de stijgende loonkosten. Bovendien gaat het ook niet goed in Duitsland, een van de belangrijkste afnemers.”
‘Normalisering loonafspraken’
De AWVN verwacht volgend jaar een normalisering in de loonafspraken. “Dat is echt nodig. Er moet per bedrijf of bedrijfstak gekeken worden wat de mogelijkheden zijn. Werkgevers zullen dan ook op de rem trappen als het gaat om loonstijgingen. Een bedrijf kan de stijgende loonkosten alleen dragen als de productiviteit ook toeneemt. Maar dat is niet het geval.”
Volgens econoom Jan-Paul de Kerke van ABN AMRO blijft de loonstijging vooral op een hoog niveau vanwege de krapte op de arbeidsmarkt. Bedrijven doen er alles aan om mensen te behouden. Daar horen goede arbeidsvoorwaarden bij.
“Veel bedrijven zijn op zoek naar personeel en daarom bereid een hoger salaris te bieden. Verder zijn er sectoren waar werknemers nog niet volledig zijn gecompenseerd voor het koopkrachtverlies.”
‘Er heeft een flinke inhaalslag plaatsgevonden’
Aan de andere kant ziet Van de Kerke ook dat bedrijven terughoudender zijn, aangezien veel werknemers een flinke loonsverhoging hebben gehad. “In bepaalde sectoren heeft een flinke inhaalslag plaatsgevonden. Bovendien is de loongroei al een tijd hoger dan de inflatie.”
ABN AMRO verwacht dat de gemiddelde loonstijging volgend jaar uitkomt op 4,4 procent en in 2026 op 3,4 procent. Van der Kerke benadrukt dat de loonsverhogingen ook een positief effect hebben. “Consumenten hebben de afgelopen tijd vooral gespaard en schulden afgelost. De komende jaren gaan ze meer uitgeven en dat jaagt de economie aan.”