Redactie
De Europese leiders die maandag in Parijs bijeenkwamen voor een spoedoverleg over Oekraïne, straalden na afloop vooral uit dat Europa snapt dat het meer op eigen benen moet staan. Over een toekomstige Europese vredesmacht werd vooralsnog terughoudend en aarzelend gesproken.
Europa werd afgelopen weekend opgeschrikt door de harde boodschap van de Verenigde Staten. Er is voor Europa vooralsnog geen plek gereserveerd aan de tafel voor de vredesonderhandelingen die de VS en Rusland dinsdag starten. De Amerikanen lijken daarnaast van plan om de handen af te trekken van de verdediging van het Europese continent.
Genoeg redenen voor een spoedberaad in de Franse hoofdstad. Een van de vraagstukken op de agenda was het opzetten van een Europese vredesmacht. Een aantal landen, zoals het Verenigd Koninkrijk en Duitsland, staan hier welwillend tegenover.
Ook premier Dick Schoof sloot een Nederlandse bijdrage dit weekend niet uit. Maar er zijn ook landen die deze deur al hebben dichtgegooid. Polen is daar een voorbeeld van.
Schoof vindt het ‘onverstandig’ niet te praten over mogelijke vredesmacht
Na afloop kwamen de Europese leiders één voor één naar buiten en stonden ze de pers te woord. Schoof herhaalde daar zijn boodschap. Het is volgens de premier “onverstandig” om niet te praten over deelname aan een mogelijke troepenmacht in Oekraïne als er een vredesakkoord is bereikt.
Het is belangrijk “nu het signaal af te geven dat we bereid zijn om te praten”, aldus Schoof, die zijn kaarten verder tegen de borst hield. Want hoewel het kabinet daadkracht wil uitstralen, is het niet zeker of een meerderheid van de Tweede Kamer voorstander is van een Nederlandse bijdrage. De PVV is tegen het sturen van militairen. Het standpunt van leider Geert Wilders kan zorgen voor een potentieel conflict binnen de coalitie.
De Britse premier Keir Starmer herhaalde maandagavond dat het VK bereid is om Britse militairen in te zetten, maar benadrukte dat rugdekking van de Amerikanen wel noodzakelijk is. Dat is ook voor Nederland een van de voorwaarden, zei minister van Defensie Ruben Brekelmans eerder op de dag. Echt harde noten werden over dit onderwerp dus niet gekraakt.
Volgens NAVO-baas Rutte is Europa bereid om ‘stap verder te gaan’
Eerder op de dag zei minister van Defensie Ruben Brekelmans dat het nu aan Europa is om te laten zien dat het wél een plek aan de onderhandelingstafel verdient. Dat lijkt op het eerste gezicht niet direct gelukt, omdat er in Parijs geen besluiten zijn genomen.
Wel zien de Europese leiders de noodzaak van een sterkere defensiemacht in. Volgens NAVO-baas Mark Rutte, die ook aanwezig was, is Europa “bereid het voortouw te nemen bij het bieden van veiligheidsgaranties voor Oekraïne”. “Europa is klaar en bereid om veel meer te investeren in onze veiligheid.” Maar ook over deze details moet nog verder worden gesproken, voegde Rutte toe.
Bij het overleg waren overigens maar acht regeringsleiders uitgenodigd. Naast Schoof, de Franse president Emmanuel Macron en de Britse premier Starmer schoven de leiders van Italië, Polen, Spanje en Denemarken aan. Ook waren Europese Commissie-voorzitter Ursula von der Leyen en Europese Raad-voorzitter António Costa bij het overleg. Vanwege dit kleine gezelschap was het volgens Schoof ook niet het juiste moment om al besluiten te nemen.
