Volgens Euronews hebben Italiaanse bedrijven die na de invasie van Oekraïne in februari 2022 actief bleven in Rusland, samen meer dan €1 miljard aan belastingen betaald aan de Russische staat — waarvan minstens de helft direct of indirect werd gebruikt voor militaire uitgaven. Op basis van belastinggegevens en open bronnen blijkt dat 146 Italiaanse bedrijven nog steeds actief zijn in Rusland, ondanks de oorlog en westerse sancties.
Tot de grote Italiaanse ondernemingen die hun activiteiten niet hebben beëindigd, behoren Ferrero, Barilla en Calzedonia. Daarentegen hebben energiebedrijven als Enel en Eni en luxemerk Moncler Rusland verlaten. De bedrijven die blijven, betalen jaarlijks gemiddeld €346 miljoen aan Russische belastingen, die bijdragen aan het federale budget waarmee ook het leger wordt gefinancierd.
Westerse aanwezigheid ondersteunt onbedoeld het Russische oorlogspotentieel
In totaal blijven volgens schattingen van april 2025 meer dan 2.200 westerse bedrijven actief in Rusland, waaronder ondernemingen uit de EU, de VS, Japan en Zuid-Korea. Deze bedrijven betalen lokale belastingen — op winst, btw en sociale bijdragen — die deels de oorlogskas van het Kremlin vullen. Duitsland heeft nog 459 actieve bedrijven in Rusland, het Verenigd Koninkrijk 290, en de VS ongeveer 810.
Internationale druk op bedrijven om Rusland te verlaten neemt toe. Naast reputatieschade riskeren ondernemingen die blijven werken in Rusland opname op lijsten van “oorlogssponsors”, secundaire sancties en consumentenboycots. Volgens mensenrechten- en investeringsgroepen is voortgezette aanwezigheid in Rusland niet alleen moreel onverdedigbaar, maar ook economisch en juridisch risicovol. Elke euro belastinggeld die in Moskou wordt betaald, helpt immers — direct of via het staatsbudget — bij de financiering van de Russische militaire agressie tegen Oekraïne.