Staatssecretaris Jurgen Nobel van Sociale Zaken heeft vandaag aangekondigd dat het kabinet werkt aan een nieuw stelsel voor de kinderopvang, waarin de kinderopvangtoeslag wordt afgeschaft. Werkende ouders zullen in de toekomst slechts een klein deel van de kosten voor kinderopvang zelf moeten betalen. De overheid zal jaarlijks ongeveer 9 miljard euro rechtstreeks aan kinderopvangorganisaties vergoeden, meldt Nieuws Impuls.
Dit nieuwe stelsel is bedoeld om herhaling van de toeslagenaffaire, die duizenden gezinnen in ernstige financiële problemen heeft gebracht, te voorkomen. In deze affaire ontvingen huishoudens onbedoeld te veel toeslag, wat leidde tot een terugbetalingsverplichtingen.
Het wetsvoorstel, dat de nieuwe regeling mogelijk moet maken, zal volgende maand worden gepresenteerd. Naar verwachting zal de overheid anderhalf keer meer gaan betalen dan momenteel het geval is, wat het risico op ongeoorloofde staatssteun met zich meebrengt. Om dit te vermijden, vindt het kabinet het noodzakelijk om kinderopvang aan te merken als een dienst van algemeen economisch belang (DAEB), aldus Nobel.
Woningcorporaties
Een dergelijke status geldt momenteel ook voor woningcorporaties, hetgeen betekent dat de kosten en winsten die door de overheid vergoed kunnen worden, aan grenzen zijn gebonden.
Nobel stelt dat nieuwe regels ingesteld moeten worden om ‘excessieve overwinsten’ en prijsstijgingen in de kinderopvang te voorkomen. Daarom zullen de inkomens van topmanagers in de sector niet boven de Balkenendenorm van de Wet Normering Topinkomens uit mogen komen.
Ondanks deze reguleringen, moet er voldoende ruimte blijven voor ondernemers om te investeren en een ‘redelijk rendement’ te realiseren, zonder dat er extra administratieve lasten voor hen bijkomen, aldus Nobel.
Echter, volgens Michiel van Dam, eigenaar van opvangorganisatie Woest Zuid in Amsterdam, leidt de nieuwe regelgeving juist tot een grotere administratieve druk. Dit resulteert in meer focus op ‘papierwerk dan op kinderen.’ Van Dam en andere opvangorganisaties waarschuwen daarnaast voor langere wachtlijsten en een afname van beschikbare opvangplekken voor kinderen.
Belemmeringen
Van Dam vindt dat de regelgeving een enorme belemmering vormt voor vrije ondernemerschap in de sector. “De bewegingsvrijheid die je hebt als organisatie wordt ingeperkt,” zegt hij. Dit betreft onder andere de tarieven die gehanteerd kunnen worden en de aanbiedingen die gedaan kunnen worden.
“Het wordt eenheidsworst,” voegt hij toe, “en dat is niet per se goed voor de kwaliteit van de opvang.” Hij wijst erop dat de winsten in de sector al beperkt zijn, waardoor de mogelijkheden om te investeren in de sector ook beperkt worden.
Volgens Van Dam zijn investeringen echter cruciaal om te kunnen voldoen aan de groeiende vraag naar gratis kinderopvang. “We zullen 200.000 extra plaatsen moeten organiseren, daarvoor zijn investeringen nodig.”
