Het kabinet heeft de komende jaren weinig bewegingsruimte. De uitgaven stijgen harder dan de inkomsten, waardoor het begrotingstekort verder oploopt. Dat betekent dat er bij toekomstige tegenvallers noodgedwongen bezuinigd moet worden.
Het begrotingstekort valt de komende jaren aanzienlijk hoger uit dan afgelopen jaar en komt daarmee waarschijnlijk tegen de Europese 3 procentsnorm aan, zo blijkt vrijdag uit het Concept Macro Economische Verkenning 2025 van het Centraal Planbureau (CPB).
De zogenoemde augustusraming van het CPB vormt de basis vormt voor de onderhandelingen in de aanloop naar Prinsjesdag. Dan moet het kabinet bepalen wat de begroting voor komend jaar wordt.
Maar erg rooskleurig ziet het er niet uit voor de komende jaren aangezien de overheidsfinanciën dus verslechteren. Het begrotingstekort in 2024 is groter dan vorig jaar, vooral vanwege hogere uitgaven. Dit jaar neemt dat tekort toe tot 2,2 procent van het bruto binnenlands product.
Dat heeft onder meer te maken met de toegenomen uitgaven aan sociale zekerheid en zorg, maar ook vanwege herstelbetalingen als gevolg van de uitspraak van de Hoge Raad over box 3, waardoor beleggers geld terugkrijgen. Verder is de verkoop van het Duitse deel van staatsbedrijf TenneT mislukt. Ook gaat het kabinet meer gedupeerde ouders in het toeslagenschandaal compenseren.
Verder zijn er nog de uitgaven voor Oekraïne. Bovendien is er nog altijd sprake van aanzienlijke onderuitputting: geld dat beschikbaar is om uit te geven, maar nog steeds op de plank ligt. Als het de overheid zou lukken alle begrote middelen uit te geven dan zou het tekort dit jaar 0,8 procent van het bbp groter zijn.