De Rotterdamse haven neemt maatregelen in reactie op de recent gestelde NAVO-norm, die vereist dat landen 5 procent van hun BBP aan defensie besteden. Boudewijn Siemons, directeur van de Port of Rotterdam, benadrukt het belang van een noodpakket voor de haven. Deze investeringen zijn cruciaal nu landen afstemmen op de nieuwe defensienorm, waarbij 1,5 procent mag worden besteed aan maatschappelijke weerbaarheid en infrastructuur, meldt Nieuws Impuls.
Weerbaarheid
John Voppen, directeur van Prorail, geeft aan dat het Nederlandse spoorwegnet niet is ontworpen met het oog op weerbaarheid, maar meer gericht is op efficiëntie. Hij pleit voor extra cameratoezicht om te voorkomen dat onbevoegden bij het spoor komen en stelt dat het spoor sneller hersteld moet kunnen worden, met meer reserveonderdelen voorhanden.
Drie scenario’s
Siemons noemt drie scenario’s die de haven moet overwegen, waaronder langdurige energieonderbrekingen en dataverlies die invloed hebben op de scheepvaart. “Wat gebeurt er in de haven als we langere tijd zonder energie zitten?” vraagt hij zich af. Ook wordt nagedacht over de gevolgen van verhoogde militaire mobiliteit, waarin de haven een cruciale rol zou kunnen spelen bij de aanvoer van defensiemateriaal.
Contact met defensie
Er is al contact met defensie over de mogelijke inzet van bedrijven in de haven voor het verplaatsen van militair materieel. Vorige maand vond er een oefening plaats waarbij raketten van de Afsluitdijk werden afgevuurd. Siemons stelt dat een speciale ‘defensiekade’ niet efficiënt zou zijn en dat men zoekt naar een dual-use strategie voor de infrastructuur van de haven.
Koude oorlog
Defensiedeskundige Patrick Bolder van het Den Haag Centrum voor Strategische Studies (HCSS) wijst erop dat Nederland een belangrijk doorvoerland is voor Amerikaanse troepen en materieel naar Oost-Europa. Investeringen in defensie zijn noodzakelijk, gezien het feit dat na de Koude Oorlog weinig rekening is gehouden met militair gebruik van infrastructuur.
‘In grote lijnen geschikt’
Siemons wijst erop dat de haven nu al ‘in grote lijnen’ geschikt is voor militaire toepassingen, met een jaarlijkse afhandeling van 28.000 zeeschepen. Er kunnen extra defensielogistieke operaties bij, terwijl Voppen aanvullend pleit voor investeringen in het spoor. De sporen moeten meer ruimte bieden voor het passeren van zwaar transport zoals tanks.
Er is aanzienlijke bezorgdheid dat de uitgaven voor infrastructuur uit de eerdere 1,5 procent van het BBP, gelijkstaand aan meer dan 15 miljard euro, afkomstig zullen zijn. Bolder noemt het ‘een slim trucje’ van NAVO-leiders om uitgaven te herlabelen zodat landen de vereiste defensiebestedingen makkelijker kunnen rechtvaardigen, terwijl Voppen pleit voor nieuw geld en niet voor het herbestemmen van bestaande budgetten.
Ook in Duitsland gaat er meer geld naar defensie: