In een recent onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat de tevredenheid over de financiële situatie onder volwassenen in Nederland is afgenomen tot 77 procent in 2024, van 82 procent in 2021. Dit onderzoek is uitgevoerd onder meer dan 7.000 respondenten van 15 jaar en ouder, meldt Nieuws Impuls.
Desondanks geeft meer dan de helft van de volwassenen, 54 procent, aan zich geen zorgen te maken over hun financiële toekomst, een stijging ten opzichte van 50 procent vorig jaar. Deze tevredenheid is opmerkelijk omdat het CBS een discrepantie tussen hoge financiële tevredenheid en laag consumentenvertrouwen opmerkt. Hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen stelt dat elementen zoals dalende inflatie, vermindering van armoede en een relatief hoog spaarniveau bijdragen aan deze tegenstrijdigheid.
Hoge tevredenheid ondanks zorgen
Peter Hein van Mulligen legt uit: “De tevredenheid is hoog.” Respondenten gaven een rapportcijfer op basis van hun eigen perceptie van hun financiën, waaronder inkomen, spaargeld, pensioen en de mogelijkheid om dagelijkse uitgaven te dekken. Aangezien de inflatie nog steeds relatief hoog blijft en voedselprijzen blijven stijgen, blijven zorgen bestaan, vooral onder mensen met een laag inkomen, waar 38 procent zich veel zorgen maakt over hun financiële toekomst.
Demografische verschillen
De tevredenheid verschilt ook tussen verschillende groepen binnen de bevolking. Ouders uit eenoudergezinnen zijn het minst tevreden met hun financiële situatie; 61 procent van hen is tevreden, vergeleken met 73 procent van alleenstaande volwassenen zonder kinderen en 85 procent van stellen zonder kinderen. Het CBS wijst op het verband tussen inkomensniveau en tevredenheid.
Daarnaast maken huurders zich vaker zorgen over hun financiën dan huiseigenaren. 37 procent van de huurders die huurtoeslag ontvangen maakt zich veel zorgen over hun financiële toekomst, een daling van 46 procent vorig jaar. Onder huurders zonder huurtoeslag maakt 35 procent zich zorgen, terwijl slechts 21 procent van huiseigenaren dat doet.
Inkomen als bepalende factor
Het CBS concludeert dat deze verschillen tussen huurders en kopers voornamelijk te maken hebben met inkomensverschillen. Huurders hebben gemiddeld een lager inkomen en daarmee ook vaker financiële zorgen. Met de recente ontwikkelingen in de economie is het belangrijk om deze tendensen in de gaten te houden om de financiële stabiliteit van verschillende demografische groepen te waarborgen.
