De groei van de Nederlandse economie dit jaar is voornamelijk te danken aan het hogere huishoudelijke uitgaven door stijgende lonen en een onverwachte toename van de overheidswerkgelegenheid. Dit heeft bijgedragen aan een hogere economische groei dan eerder dit jaar werd voorspeld, meldt Nieuws Impuls.
Veerkracht
“Onze economie toont opnieuw veerkracht. Bedrijven hebben anticiperend op handelstarieven de economie dit jaar een adrenalineboost gegeven”, zegt DNB-president Olaf Sleijpen. Hij benadrukt dat de groei van de economie hoger had kunnen zijn zonder handelsbelemmeringen.
Sleijpen wijst er echter op dat de overheid knelpunten moet wegnemen, aangezien DNB niet verwacht dat de huidige effecten de komende jaren aanhouden. In 2026 en 2027 verwacht de centrale bank een verminderde groei van het bbp, naar ongeveer 1,2 procent in 2026 en 1,1 procent in 2027.
Naast handelstarieven zorgt ook binnenlandse beleidsonzekerheid voor problemen. Sleijpen stelt dat het nieuwe kabinet veel van deze onzekerheid moet wegnemen en stevig moet aanpakken met de grote problemen waar de Nederlandse economie mee worstelt, zoals stikstof, netwerkcongestie en de woningmarkt.
‘Sterk Europa
Sleijpen pleit ook voor een nadrukkelijke focus op een sterk Europa. Er zijn voldoende plannen aanwezig, maar de uitvoering laat te wensen over. Zowel op EU-niveau als door de lidstaten is een daadkrachtige aanpak noodzakelijk die verder gaat dan nationale belangen.
Bij snelle acties zijn de positieve effecten volgens Sleijpen spoedig zichtbaar. Hij benadrukt echter dat de overheid niet eindeloos met geld moet strooien om alle problemen tegelijk aan te pakken, gezien de krapte op de arbeidsmarkt. “Je kunt niet alles tegelijk. We hebben de mensen niet om het uit te voeren,” voegt hij toe.
Sleijpen stelt dat het huishoudboekje van de overheid beter beheerd moet worden. De begrotingstekorten van 1,9 procent dit jaar en 2,9 procent volgend jaar blijven hoog, hoewel deze binnen de EU-norm vallen. Dit expansieve begrotingsbeleid kan de inflatie verder aanwakkeren, waardoor producten en diensten duurder worden.
Lonen en huizenprijzen
Desondanks stijgen de lonen sneller dan de inflatie, wat gunstig kan zijn voor de economie en de consumptie door huishoudens kan verhogen. Echter, veel van de extra inkomsten worden gespaard om hypotheekschulden af te lossen of om de aanschaf van een woning mogelijk te maken.
De huizenprijzen zullen naar verwachting met 8,5 procent stijgen in 2025, en hoewel deze stijging daarna afneemt, blijft deze hoger dan de stijging van de lonen. Dit maakt het voor veel Nederlanders moeilijker om een woning te kopen.