Europa kondigde woensdag heffingen op 26 miljard euro aan Amerikaanse producten aan, waarmee de handelsoorlog een volgende fase is ingegaan. Toch blijven de gevolgen voor de Nederlandse consument voorlopig beperkt. Maar volgende maand kan dat anders zijn, denkt ING-econoom Bert Colijn.
De Amerikaanse president Donald Trump voerde woensdag heffingen van 25 procent op staal en aluminium uit onder meer Europa in. Brussel kondigde daarop meteen importheffingen op typisch Amerikaanse goederen als spijkerbroeken, bourbon en Harley-Davidsons aan. Daar komen later landbouwgoederen bij.
Waarom kiest Europa voor deze producten?
De keuze voor jeans, sterke dranken en motoren is vooral symbolisch, omdat iedereen ze associeert met de VS. Het zijn producten die de EU ook in de eerste termijn van Trump belastte met importheffingen, toen de president voor het eerst een handelsoorlog in gang zette.
De heffingen op landbouwproducten als rundvlees, zuivel en groenten moeten vooral bedrijven raken in de staten waar Trump een meerderheid haalde bij de laatste verkiezingen. Zo hoopt Brussel de president onder druk te kunnen zetten.
Gaan we veel merken van de Europese heffingen?
Dat zal per Nederlander verschillen, denkt Colijn. “Als je veel van bourbon houdt, ga je inderdaad meer betalen. Maar koop je weinig producten die straks worden belast, merk je er nauwelijks iets van.” Het algehele prijspeil in Nederland zal er nauwelijks door oplopen, denkt hij.
En dat is maar goed ook. De inflatie in ons land is behoorlijk hoog. Zo waren de prijzen in februari gemiddeld 3,8 procent hoger dan een jaar eerder. Slechts een paar landen in Europa doen het slechter. Extra druk op de prijzen kan Nederland niet gebruiken.
Welke gevolgen hebben de Amerikaanse staalheffingen voor Nederland?
De grootste staalproducent Tata Steel haalt 12 procent van zijn omzet uit de VS. Als dit in de knel komt, heeft dat stevige gevolgen. Tijdens de vorige termijn van Trump voerde hij ook heffingen op staal in, maar toen kon Tata Steel profiteren van uitzonderingen doordat het hoogwaardige producten maakt die de VS niet zelf produceert. Die uitzondering is er nu niet.
Rabobank-econoom Lize Nauta onderzocht de gevolgen van de heffingen voor de Nederlandse staalindustrie. “We verwachten een stevige afname van de export naar de VS.” Dan gaat het om een daling van tussen de 27 en 37 procent, wat de sector zo’n 130 miljoen euro kan kosten.
Daar staat tegenover dat Nederlandse staalfabrikanten hun overtollige producten mogelijk aan andere landen kunnen verkopen. Daarnaast is het volgens Nauta de vraag of de Amerikaanse staalsector genoeg kan produceren om alle import te vervangen. Mogelijk kunnen Europese fabrikanten straks dus nog altijd veel aan de VS kwijt.
Doen de Europese heffingen pijn in de VS?
De gevolgen van de Brusselse heffingen blijven voor de VS redelijk beperkt. De totale Amerikaanse export naar de Europese Unie is goed voor ruim 300 miljard euro per jaar. Daarvan wordt nu slechts 26 miljard euro belast met Europese heffingen. “Het is nu nog klein bier”, zegt Colijn.
Voor sommige Amerikaanse bedrijven en sectoren kunnen de importheffingen wel grotere gevolgen hebben. Zo stelden bourbonmakers dat ze in de vorige periode zijn geraakt door de Europese importheffingen. Ook een bedrijf als Harley-Davidson, waarbij het de laatste jaren toch al niet lekker gaat, kan er last van krijgen als de Europese markt inzakt.
Colijn denkt dat volgende maand belangrijker wordt. Trump heeft aangekondigd in april met importheffingen van 25 procent op álle Europese goederen te komen. Dat kan meer pijn doen, verwacht hij, waarbij het ook belangrijk is wat de Europese tegenreactie zal zijn. Als Brussel bijvoorbeeld besluit om alle Amerikaanse producten te belasten, zullen meer Nederlanders dat in hun portemonnee voelen.
Toch wil de Rabo-econoom benadrukken dat importheffingen vooral de eigen bevolking raken. “Een importheffing is simpelweg een extra belasting op je eigen economie. Zo zijn het de Amerikaanse importeurs die de heffingen van Trump moeten betalen. En die berekenen die waarschijnlijk door aan de Amerikaanse consumenten. Die krijgen het dus uiteindelijk op hun bordje.”
Waarom doet Trump dit als het zijn eigen bevolking raakt?
Het is moeilijk om een exact beeld te krijgen van wat de president wil. Maar het lijkt erop alsof hij de importheffingen gebruikt als drukmiddel. Zo dreigde hij met heffingen op Mexicaanse producten, waarna Mexico besloot de grens met de VS extra te bewaken. Dit moet de toestroom van drugs naar de VS verminderen. De president hoopt ook deals met andere landen te kunnen sluiten door ze onder druk te zetten.
Daarnaast wil hij de eigen economie een impuls geven. Europese goederen worden duurder door de Amerikaanse heffingen, waardoor Amerikanen vaker kiezen voor goederen van eigen bodem, is de gedachte. Dit moet voor extra banen zorgen.
Daarnaast hoopt Trump buitenlandse bedrijven te verleiden een Amerikaanse fabriek op te zetten, om zo de heffingen te ontlopen. Ook dit moet voor extra banen zorgen. Op dat gebied was er onlangs een succesje. De grootste chipproducent ter wereld, het Taiwanese TSMC, heeft besloten 100 miljard dollar (92 miljard euro) te investeren in de VS.
Ondertussen vrezen economen dat Trumps heffingenbeleid de inflatie in het land aanwakkert. Tot dusver valt dit mee. Woensdag werd duidelijk dat de inflatie in februari beperkt bleef en lager uitkwam dan analisten hadden verwacht. Een belangrijk detail is dat de meeste heffingen pas deze of volgende maand ingaan.