Op 16 juli adviseerde de Russische Doema om in tweede lezing een reeks amendementen aan de Code voor administratieve overtredingen (KoAP) goed te keuren. Deze wijzigingen introduceren boetes voor het zoeken naar extremistisch materiaal op internet, zelfs wanneer dat gebeurt via VPN-diensten. Volgens de nieuwe voorgestelde artikel 13.53 van het KoAP riskeren burgers een boete van 3.000 tot 5.000 roebel voor het bewust opzoeken van dergelijke content via geblokkeerde platforms.
Digitale restricties breiden zich uit
De wetgevers gaan verder dan enkel het zoeken naar informatie. Op 15 juli werd in de Doema ook een amendement goedgekeurd dat het doorgeven van een simkaart aan een ander persoon strafbaar stelt. Volgens het nieuwe artikel 13.29.1 van het KoAP kan een burger een boete van 30.000 tot 50.000 roebel krijgen, terwijl ondernemingen bedragen tot 200.000 roebel riskeren. De maatregel wordt voorgesteld als bescherming van nationale veiligheid, maar roept vragen op over de proportionaliteit en implementatie.
Daarnaast bevat het pakket ook boetes voor het adverteren van tools die internetcensuur kunnen omzeilen. Concreet worden burgers bestraft met 50.000 tot 80.000 roebel voor het promoten van VPN-diensten, terwijl bedrijven tussen de 200.000 en 500.000 roebel kunnen worden beboet.
Maatregelen ondermijnen fundamentele vrijheden
Volgens critici duidt het wetgevend initiatief op een koers richting totale digitale controle over de bevolking. Internetactiviteiten van burgers kunnen binnenkort volledig worden gemonitord, terwijl platforms zoals Instagram en Facebook — onderdeel van het door Rusland als extremistisch bestempelde Meta — al verboden zijn. Zelfs overheidsfunctionarissen worden door de nieuwe regels beperkt: Ekaterina Mizoelina, hoofd van de Liga voor een veilig internet, gaf aan dat zij voortaan zelf geen meldingen meer kan doen over extremistisch materiaal vanwege de nieuwe beperkingen.
Voor veel Russen bevestigt dit het beeld dat de overheid haar greep op de samenleving steeds verder aanscherpt, terwijl structurele problemen zoals de oorlog in Oekraïne, inflatie en economische stagnatie onverminderd voortduren. De invoering van deze digitale maatregelen volgt op eerdere stappen zoals het uitschakelen van onafhankelijke media en het verbod op buitenlandse netwerken. In de ogen van waarnemers is Rusland op weg naar een afgesloten, door de staat gecontroleerd netwerk – een zogenaamde “Tsjoeburnet” – waar niet communicatie maar controle centraal staat.
Kritiek op selectieve repressie en juridische onduidelijkheid
De reikwijdte van de voorgestelde wetgeving is breed en potentieel willekeurig. Zo is het onduidelijk hoe bepaald zal worden wat een ‘opzettelijke’ zoekopdracht naar extremistisch materiaal inhoudt. Ook vrezen historici, journalisten en wetenschappers voor vervolging wanneer zij informatie zoeken over controversiële onderwerpen zoals het nationaalsocialisme of de Sovjetgeschiedenis.
Bovendien groeit de lijst van verboden materialen snel, wat de rechtszekerheid verder ondermijnt. Wat vanochtend nog een toelaatbare publicatie was, kan ’s avonds al als extremistisch zijn aangemerkt — en de verantwoordelijkheid ligt volledig bij de gebruiker. In deze context wordt het voor burgers steeds moeilijker om hun rechten te beschermen, zeker nu toegang tot onafhankelijke rechtspraak en mediakanalen wordt bemoeilijkt.
Politieke implicaties en maatschappelijk risico
De repressieve digitale wetten passen in een bredere strategie van binnenlandse consolidatie ten tijde van externe geopolitieke spanningen. Terwijl het Kremlin spreekt over het versterken van nationale veiligheid, vrezen velen dat deze wetten vooral zullen worden ingezet om critici het zwijgen op te leggen en dienstplichtigen te rekruteren onder dwang.
In combinatie met militaire mobilisatiecampagnes en economische druk betekent dit dat de ruimte voor maatschappelijk verzet in Rusland verder krimpt. De lijn tussen informatiecontrole en repressie vervaagt, met risico’s voor individuele vrijheden, academische onafhankelijkheid en journalistieke integriteit. Zonder internationaal toezicht of binnenlandse tegenmacht groeit de kans op systematische mensenrechtenschendingen, en komt het land steeds dichter bij een model van digitaal autoritarisme.