Nederlandse pensioenfondsen investeren ruim drie keer zoveel in Amerikaanse als in Europese bedrijven. Qua rendement was dat geen slecht idee. De Amerikaanse beleggingen leverden de afgelopen jaren tweemaal zoveel op als de Europese.
Dat blijkt uit onderzoek van De Nederlandsche Bank (DNB). Die zag dat pensioenfondsen vorig jaar 293 miljard euro hadden uitstaan bij Amerikaanse bedrijven, tegenover 97 miljard euro bij bedrijven uit de Europese Unie. Dit verschil is er al langere tijd.
Een belangrijke reden is dat de beurswaarde van Amerikaanse bedrijven (54.000 miljard euro) fors groter is dan die van Europese bedrijven (12.000 miljard euro). “Doordat pensioenfondsen hun beleggingen spreiden, zijn er hogere beleggingen in Amerikaanse bedrijven”, meldt DNB.
Daar komt bij dat de investeringen in de VS de afgelopen vijf jaar meer opleverden. Het gemiddelde rendement was 14 procent. Bij de Europese beleggingen bleef dit beperkt tot 7 procent. De sterke dollar en de stijgende koersen van Amerikaanse techbedrijven droegen bij aan dit verschil.
Als het geïnvesteerde pensioengeld wordt afgezet tegen de Amerikaanse en Europese beurswaarde, blijkt dat pensioenfondsen juist iets meer investeren in Europa. Zo is de beurswaarde van Amerikaanse ondernemingen ruim vier keer groter dan die van Europese bedrijven, terwijl de omvang van de investeringen maar drie keer groter is.
Bij de overige beleggingen wint de EU het wel. Zo hadden de Nederlandse fondsen eind vorig jaar 294 miljard euro aan Europese staatsobligaties in bezit, wat vele malen meer is dan van de Amerikaanse tegenhanger.
In totaal investeren Nederlandse pensioenfondsen 679 miljard euro op het eigen continent. Bijna 200 miljard euro daarvan blijft binnen Nederland, bijvoorbeeld door de aankoop van aandelen en staatsobligaties.