De Nederlandse economie groeit komend jaar met 1,3 procent. Die groei zou groter kunnen zijn, maar Nederland loopt tegen grenzen aan, zoals een krappe arbeidsmarkt, netcongestie en ruimtegebrek.
Dat stelt ING in zijn voorspellingen voor de Nederlandse economie. De bank is over het algemeen positief over komend jaar. Zo is de verwachting dat de consument meer geld uitgeeft, terwijl ook de overheid de portemonnee vaak trekt.
«De binnenlandse motor lijkt sterk genoeg om de economie redelijk te laten groeien», stelt de bank. Mede daardoor komt de groei komend jaar dus wat hoger uit dan de verwachte 0,8 procent van dit jaar.
Wel wijst ING op verschillende beperkingen die verdere groei in de weg zitten. Zo worstelen veel werkgevers met het vervullen van hun vacatures. Al geruime tijd zijn er meer vacatures dan werklozen; een situatie die tot enkele jaren geleden nooit was voorgekomen.
Propvol stroomnet belemmert bedrijven
Daarnaast hebben steeds meer bedrijven last van het volle stroomnet als zij een nieuw kantoor of fabriek willen openen. Ze komen dan op een vaak jarenlange wachtlijst te staan. Dat gebeurt ook als ze een bestaande stroomaansluiting willen uitbreiden.
Inmiddels heeft elke provincie in Nederland daar last van. Ook ziet ING dat er veel ruimtegebrek is, bijvoorbeeld als er nieuwe woningen of bedrijventerreinen moeten komen.
Verder heeft de export het moeilijk door problemen in Duitsland. De oosterburen zijn onze belangrijkste handelspartner en worstelen met een sputterende economie. Onder meer de Duitse autosector ziet zijn inkomsten teruglopen, wat diverse Nederlandse toeleveranciers al merken.
Ook is er onzekerheid over internationale handelsspanningen. Zo zijn Europa en China sinds enige tijd aan het bakkeleien over elektrische auto’s, waarbij importheffingen aan elkaars producten worden opgelegd. Daar komt bij dat de aanstaande Amerikaanse president Donald Trump ook heffingen wil invoeren op Europese producten.
Lonen gaan volgend jaar verder omhoog
Positief zijn de verwachte loonstijgingen. Die komen volgens de bank komend jaar uit op 4 tot 4,5 procent. Oorzaak hiervan is het aanhoudende personeelstekort, waardoor werknemers hogere lonen kunnen eisen. Zij krijgen zo meer te besteden en laten daardoor nog wat vaker de kassa’s in de winkelstraat rinkelen, of geven elders hun geld uit.
Daarbij moeten ze wel rekening houden met hogere prijzen. De inflatie stijgt volgend jaar naar verwachting met 3,3 procent; iets minder dan de 3,4 procent van dit jaar.
De relatief hoge inflatie komt ook door krapte op de woningmarkt, waardoor wonen duurder is, en door hogere belastingen zoals accijnzen. Ook de loonstijgingen spelen een rol, omdat bedrijven die moeten verwerken in hun prijzen.