Polen en de Baltische staten stappen uit een verdrag dat de productie en inzet van landmijnen tegen personen verbiedt. De vier landen vrezen de militaire dreiging van buurland Rusland.
Het gaat om het Verdrag van Ottawa. Dat stamt uit 1999 en is van kracht in 133 landen. Het Litouwse ministerie van Buitenlandse Zaken heeft de terugtrekking dinsdag bekendgemaakt in een gezamenlijke verklaring op X.
Estland, Letland, Litouwen en Polen stellen dat de veiligheid in de regio fundamenteel is verslechterd sinds de ingang van het verdrag. De militaire dreiging is toegenomen voor “landen die grenzen aan Rusland en Belarus”. Ze benadrukken andere internationale verdragen te respecteren, “zoals het beschermen van burgers bij een gewapend conflict”.
Een van de beweegredenen voor het verdrag was juist het voorkomen van burgerslachtoffers. Landmijnen blijven na een gewapend conflict vaak liggen. Daardoor kunnen ze ook na conflicten nog steeds tot dodelijke slachtoffers leiden.
De Poolse premier Donald Tusk meldde een paar weken geleden dat Polen mogelijk met het verdrag zou stoppen. Mensenrechtenorganisaties noemden dit plan eerder al “rampzalig” en “onrustbarend”. Het Rode Kruis waarschuwde dat het besluit een belangrijk beschermingsmiddel voor burgers aantast.
Finland uitte in december ook twijfels over het Verdrag van Ottawa. Dat land blijft vooralsnog aan boord.
