Ontslag van raadslid Almere bevestigd door Raad van State
De Raad van State heeft bevestigd dat René Eekhuis, een raadslid van Almere, terecht is ontslagen door de gemeenteraad. Het ontslag volgde omdat hij kortstondig buiten de gemeente woonde zonder het te melden, meldt Nieuws Impuls.
De 71-jarige Eekhuis was sinds 2010 actief in de gemeenteraad, eerst als vertegenwoordiger van de PVV en later voor de lokale partij Respect Almere. Hij was ingeschreven op het adres van zijn dochter, maar toen deze haar huis op 9 april verkocht, bleef hij op dat adres staan, terwijl hij er feitelijk niet meer woonde. Gedurende deze periode ging hij ook op vakantie tot 2 mei, en het is niet bekend waar hij gedurende die tijd verbleef.
De situatie kwam aan het licht toen burgemeester Van der Loo hier lucht van kreeg, wat leidde tot een gesprek. Op 8 mei ontving Eekhuis een officiële waarschuwing van de burgemeester omdat hij niet meer voldeed aan de wettelijke voorwaarden voor het raadslidmaatschap. Volgens de Gemeentewet en de Kieswet zijn raadsleden verplicht om in de gemeente te wonen die zij vertegenwoordigen.
Geen melding van woonsituatie
Op 12 mei, slechts vier dagen na de waarschuwing, vond Eekhuis een nieuwe woning in Almere. Ondanks dat hij in totaal minder dan tien dagen buiten de gemeente woonde, besloot de gemeenteraad op 22 mei om hem te ontslaan omdat hij had verzuimd om te melden dat hij tijdelijk niet voldeed aan de wettelijke regels.
Eekhuis heeft het besluit aangevochten bij de Raad van State, waar hij verklaarde de veranderingen in zijn woonsituatie niet te hebben doorgegeven om de burgemeester niet te belasten met wat hij dacht dat tijdelijk zou zijn. Hij voer aan dat hij weer in Almere woonde ten tijde van zijn ontslag.
Echter, de Raad van State oordeelde dat het ontslag gerechtvaardigd was. De rechter benadrukte dat de Gemeentewet en de Kieswet duidelijk zijn over de verplichtingen voor raadsleden om hun woonplaats te rapporteren, vooral na de waarschuwing op 8 mei.
Dat Eekhuis op 12 mei weer in Almere woonde, was volgens de Raad van State irrelevant; het tijdstip van de waarschuwing was cruciaal, en op dat moment voldeed hij niet aan de wettelijke vereisten.
Eekhuis is nu geen lid meer van de gemeenteraad en heeft teleurstelling geuit over het oordeel. Hij laat weten niet verder te willen reageren op het besluit, omdat de teleurstelling te groot is om verder in gesprek te gaan.