Redactie
De rechtbank in Amsterdam doet vandaag uitspraak in de civiele rechtszaak rond de mondkapjesdeal. De uitspraak zal waarschijnlijk duidelijk maken wie recht heeft op de 29,3 miljoen euro winst die de stichting onder leiding van Sywert van Lienden maakte.
De zaak werd aangespannen tegen Relief Goods Alliance BV, een bedrijf dat door Van Lienden en zijn compagnons Camille van Gestel en Bernd Damme werd opgericht. Dit bedrijf richtte tijdens de coronapandemie de Stichting Hulptroepen Alliantie op.
Die non-profitorganisatie was betrokken bij de zogeheten mondkapjesdeal met het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, onder leiding van toenmalig minister Hugo de Jonge. De stichting beloofde in 2020 zonder winstoogmerk mondkapjes te leveren aan het ministerie en zorginstellingen. Een van die leveringen was aan het ministerie. Het ging om een bestelling van ruim 100 miljoen euro aan mondkapjes.
Later bleek dat Hulptroepen Alliantie verbonden was aan de commerciële bv van de toenmalige bestuurders, waardoor Van Lienden, Van Gestel en Damme toch veel geld aan de deal verdienden. Het gaat om een winstbedrag van in totaal iets meer dan 29 miljoen euro. Van Lienden was de drijvende kracht achter deze deals, blijkt uit onderzoek van de Volkskrant.
De zaak waarin woensdag uitspraak wordt gedaan, draait om van wie dit geld nu eigenlijk is. Zowel de Staat als het nieuwe bestuur van Hulptroepen Alliantie claimt recht te hebben op het bedrag en wil de miljoenen via de rechter terugvorderen. Het nieuwe bestuur vindt dat de drie ex-bestuurders misbruik hebben gemaakt van de liefdadigheidsorganisatie.
Staat vindt dat drietal het ministerie opzettelijk bedroog
Ook de Staat beweert recht te hebben op het winstbedrag, omdat het drietal het ministerie opzettelijk zou hebben bedrogen bij de mondkapjesdeal. De landsadvocaat, die namens het ministerie optreedt in de zaak, zegt dat wel duidelijk was dat er zaken werden gedaan met de bv, maar dat niet duidelijk was dat er een commercieel winstoogmerk was.
De landsadvocaat citeerde tijdens een eerdere zitting uit chats die de mannen aan elkaar en hun partners stuurden. «Nu echt rond!! Nooit meer geldzorgen», stuurde Van Lienden naar zijn eigen partner.
De advocaat van Van Lienden benadrukte in zijn pleidooi dat het ministerie vooraf wist dat het onderhandelde met een commerciële partij die winst zou maken. «Het beleid was gericht op kopen, kopen, kopen om een ijzeren voorraad van mondkapjes aan te leggen», zei de raadsman.
Het proces in Amsterdam staat los van een rechtszaak die nog loopt in de rechtbank in Rotterdam. In die zaak vervolgt het Openbaar Ministerie Van Lienden, Van Gestel en Damme voor oplichting, verduistering, valsheid in geschrifte en witwassen. De drie ondernemers ontkennen schuld in die zaak.
