Pelsdierhouders die eerder door de coronapandemie hun nertsenfokkerijen moesten sluiten, ontvangen een hogere vergoeding. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) oordeelt dat de eerder uitgekeerde compensatie te laag was, meldt Nieuws Impuls.
Demissionair minister Wiersma van Landbouw dient binnen zestien weken een nieuwe compensatie vast te stellen voor deze pelsdierhouders. Van de 69 geruimde nertsenfokkerijen bevonden zich 44 in Noord-Brabant, met een concentratie in de regio’s Gemert-Bakel, Laarbeek, Deurne en Sint Anthonis.
Nertsen met coronavirus
Een wet uit 2013 stelde dat het houden van nertsen in Nederland voor 1 januari 2024 verboden zou moeten zijn. De fokkerij-eigenaren zouden daarvoor compensatie ontvangen. De uitbraak van het coronavirus in 2020 leidde echter tot een vervroegd sluitingsbeleid, waardoor alle bedrijven verplicht dienden te sluiten. Voor deze sluitingen kregen pelsdierhouders compensatie.
Het CBb concludeert dat in 54 gevallen de vergoedingen voor het vroegtijdig beëindigen van de activiteit onjuist zijn vastgesteld. Toenmalig landbouwminister Carola Schouten beschouwde vijftien procent financieel verlies als deel van het ‘normale ondernemingsrisico’, maar dat standpunt wordt nu verworpen.
Meer compensatie
De rechter stelt dat “het volledig wegvallen van het inkomen door het vervroegd beëindigen van de pelsdierhouderij, in verband met een pandemie onder mensen, te uitzonderlijk is om aan te merken als een normale maatschappelijke ontwikkeling”. Het kabinet had toen 150 miljoen euro beschikbaar gesteld voor compensatieregelingen, die voorzagen in het verlies van drie jaar inkomsten, waardeverlies van hun fokdieren, ontslagvergoedingen voor personeel en hulp bij het zoeken naar nieuw werk.
Het is nog onduidelijk hoeveel vergoeding de voormalige pelsdierfokkerijen zullen ontvangen.
