Shell heeft vanochtend aangekondigd de bouw van een biobrandstoffenfabriek in Rotterdam definitief stop te zetten. Het concern had vanaf 2022 gewerkt aan de fabriek, maar stopte de werkzaamheden vorig jaar om kostenbesparingen door te voeren. De fabriek zou aanvankelijk vorig jaar openen, maar de opening werd uitgesteld tot 2030, afhankelijk van de aantrekkelijkheid van de markt voor biobrandstoffen. Nu is besloten de bouw helemaal stil te leggen, meldt Nieuws Impuls.
De fabriek in Pernis, gelegen in de Rotterdamse haven, had een capaciteit van 820.000 ton duurzame vliegtuigbrandstoffen en hernieuwbare diesel per jaar. Deze beslissing is genomen te midden van een uitdagende marktsituatie.
‘Markt valt tegen’
Shell behoort niet tot de enige onderneming die haar ambities op het gebied van biobrandstoffen verlaagt. BP heeft ook aangekondigd de bouw van biobrandstoffabrieken in Europa voorlopig te staken. Shell-bestuurder Machteld de Haan verklaarde dat het stoppen een moeilijke, maar juiste beslissing was. “We willen onze investeringen richten op projecten die zowel waarde leveren voor onze klanten als voor onze aandeelhouders”, aldus De Haan. Naast de hoge kosten voor de fabriek in Pernis zijn de marktomstandigheden voor biobrandstoffen ongelukkig.
In 2024 had Shell al een afschrijving van ongeveer 800 miljoen dollar op de biobrandstoffenfabriek geboekt. Het is momenteel onduidelijk hoeveel extra verliezen er ontstaan door het stopzetten van de bouw.
Werkgelegenheid
Het is nog niet vastgesteld of het besluit van Shell zal leiden tot banenverlies. Een woordvoerder gaf aan dat de impact op werkgelegenheid momenteel onzeker is. De eerdere stillegging van de bouw had gevolgen voor aannemers en onderaannemers, maar niet voor vaste medewerkers van Shell.
Shell blijft echter optimistisch over biobrandstoffen als een oplossing voor de verduurzaming in bijvoorbeeld de luchtvaart en scheepvaart, en het bedrijf verkoopt momenteel al een aanzienlijke hoeveelheid biobrandstoffen.
Milieudefensie: ‘geen ramp’
Milieudefensie heeft tegen ANP aangegeven het geen ramp te vinden dat Shell stopt met de bouw van de fabriek in Rotterdam. De milieuorganisatie stelt dat biobrandstoffen vaak niet duurzaam zijn en dat Shell zich beter kan richten op andere investeringen die ‘in lijn zijn met de juridische verplichtingen’ van het bedrijf liggen. “Dat betekent in ieder geval geen nieuwe olie- en gasvelden meer aanboren”, aldus Milieudefensie, die via de rechter probeert Shell te dwingen zijn uitstoot te verlagen.
Rotterdam: ‘buitengewoon teleurstellend’
Rotterdamse wethouder Robert Simons, verantwoordelijk voor economie en haven, beschouwt het besluit van Shell als ‘buitengewoon teleurstellend’. Hij wijst erop dat de bouwstop een breder probleem in de Rotterdamse haven illustreert. “Het investeringsklimaat in Nederland is simpelweg niet meer concurrerend op Europese schaal”, zei Simons. “We verliezen cruciale investeringen door de opeenstapeling van nationale regels en belastingen.” Hij benadrukt dat Rotterdam klaar is voor duurzame vooruitgang, maar dat er daadkrachtig nationaal beleid nodig is om de situatie te verbeteren.