Khalid Sheikh Mohammed, de man die verantwoordelijk wordt gehouden voor de aanslagen op 11 september 2001, heeft samen met twee medeverdachten schuld bekend. In ruil daarvoor ontloopt het drietal de doodstraf.
Dat meldt The New York Times op basis van de aanklagers. De nabestaanden van de slachtoffers van 9/11 zijn volgens de krant per brief op de hoogte gebracht van de overeenkomst. Daarin staat dat de drie verdachten zullen bekennen dat ze schuldig zijn aan alle aanklachten, «waaronder de moord op 2.976 mensen».
Het Amerikaanse ministerie van Defensie zou de deal, waar ook medeverdachten Walid Bin Attash en Mustafa Al Hawsawi onder vallen, al hebben goedgekeurd. Dat zeggen twee functionarissen van het ministerie met kennis van de kwestie tegen de krant.
Mohammed, Bin Attash en Al Hawsawi zitten al sinds 2003 vast in de omstreden Amerikaanse militaire gevangenis Guantánamo Bay op Cuba. Daar worden ze vastgehouden in afwachting van hun veroordeling. Als gevolg van de deal verschijnen de drie mogelijk volgende maand al voor een rechter. Er is achter de schermen ruim twee jaar aan de deal gewerkt.
Slepende rechtszaak vermeden
Met de bekentenis wordt een slepende rechtszaak vermeden. Ook hebben de autoriteiten volgens de krant willen voorkomen dat een militaire rechter oordeelt dat bekentenissen van de terreurverdachten niet kunnen worden gebruikt, omdat er is gemarteld.
Hoofdverdachte Mohammed is door de geheime dienst CIA naar verluidt 183 keer onderworpen aan de marteltechniek waterboarden, waarbij verdrinking wordt nagebootst. Vorig jaar oordeelde een militaire rechter in een andere zaak dat bekentenissen van de terreurverdachten om die reden niet kunnen worden gebruikt.
Op 11 september 2001 pleegde het terroristische netwerk Al Qaida met vier gekaapte vliegtuigen aanslagen op Amerikaanse doelen. Het World Trade Center in New York en het Pentagon in Washington werden geraakt. Een vierde toestel stortte na ingrijpen van passagiers neer in een veld in de staat Pennsylvania. De aanslagen kostten bijna drieduizend mensen het leven.