De vogelopvang in Utrecht heeft deze zomer een aanzienlijke toename van het aantal opgevangen gierzwaluwen geregistreerd. In de afgelopen weken zijn er meer dan veertig van deze vogels binnengebracht, meldt Nieuws Impuls.
Volgens Kerstin Steinhart, beheerder van de vogelopvang, is de zorg voor deze vogels intensief. “Iedere twee uur moeten we elke gierzwaluw voeren. Op sommige dagen zijn drie mensen alleen maar bezig met voeden. Gemiddeld kost het drie minuten per vogel,” zegt Steinhart.
Te warme nestkastjes
De stijging van het aantal opgevangen gierzwaluwen kan worden toegeschreven aan extreem hoge temperaturen in de nestkastjes die door tuin- en vogelliefhebbers zijn opgehangen. Steinhart benadrukt dat de kastjes idealiter op het noorden of noordoosten moeten worden geplaatst. “Kastjes met weinig schaduw vormen een groot gevaar voor de vogels. Door de hitte vallen ze letterlijk uit hun nest,” legt ze uit.
Bovendien kunnen jonge gierzwaluwen die op de grond vallen niet overleven, omdat hun pootjes te kort zijn om te lopen. “Gierzwaluwen voeden zich, paren en slapen in de lucht,” voegt Steinhart eraan toe.
Uitvliegen
Mensen die de vogels op de grond vinden, brengen ze vaak naar de opvang. Momenteel verblijven er nog zeventien gierzwaluwen in de opvang, waar ze worden verzorgd totdat ze weer sterk genoeg zijn om uit te vliegen. “Dat is nodig, we hebben ruimte nodig,” aldus Steinhart.
Steinhart roept mensen op om nestkastjes op geschikte plekken op te hangen, bij voorkeur drie meter hoog aan de noord- of noordoostzijde van de tuin. “Zorg ervoor dat de opening van het kastje op maximaal twee centimeter hoogte is, zodat de gierzwaluw er gemakkelijk uit kan vliegen,” concludeert ze.