Op 2 juli 2009 startte een werknemer als productiemedewerker bij het bedrijf Upfield in Rotterdam, en werkte daar tot juni 2022, als uitzendkracht. De Hoge Raad heeft nu geoordeeld dat langdurige uitzendovereenkomsten misbruik kunnen opleveren, wat een positieve draai vormt voor de betrokken werknemer, meldt Nieuws Impuls.
Wel arbeidsovereenkomst?
In 2022 stopte Upfield de productie en werd er een sociaal plan opgesteld, maar dit gold niet voor tijdelijke werknemers. De werknemer in kwestie eiste dat de rechter zou bevestigen dat hij vanaf 2 juli 2009 een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd had en dat de cao van Upfield en het sociaal plan, opgesteld na de productiestop, op hem van toepassing zijn.
Uitspraak hof vernietigd
Vroegere uitspraken van de rechtbank in Rotterdam en het gerechtshof in Den Haag steunden de werknemer niet. Echter, de Hoge Raad heeft deze uitspraken nu vernietigd en een ander hof moet de zaak opnieuw beoordelen. De Hoge Raad stelt dat volgens Europese richtlijnen lidstaten van de EU moeten waarborgen dat uitzendwerk daadwerkelijk tijdelijk blijft.
De Hoge Raad legt uit dat het irrelevant is of er sprake is van een enkele lange opdracht of meerdere opeenvolgende opdrachten. Wanneer het inhuren van een uitzendkracht langer duurt dan redelijkerwijs als tijdelijk kan worden beschouwd, is er sprake van misbruik van de uitzendovereenkomst.
FNV blij
De vakbond FNV toont zich tevreden over het feit dat de Hoge Raad de eerdere uitspraak van het gerechtshof niet handhaaft. FNV-advocaat Renée Sauer stelt dat de conclusies van de hoogste rechter mogelijk verstrekkende gevolgen kunnen hebben voor veel meer werknemers in langdurige uitzendrelaties.
“Het is echter jammer dat door de verwijzing naar een ander hof er nog geen duidelijkheid is over wat tijdelijk uitzenden inhoudt,” aldus Sauer. In Duitsland bestaat die duidelijkheid al, waar een uitzendkracht maximaal achttien maanden voor dezelfde inlener mag werken. FNV pleit voor een nog kortere termijn.