Volgens recent onderzoek waardeert 96% van de werknemers het kantoor als een cruciale ruimte voor verbinding, leren en samenwerking, en niet enkel als plek om achter een bureau te zitten, meldt Nieuws Impuls. De studie, uitgevoerd onder bijna 11.000 werknemers in 15 landen, waaronder meer dan 1.000 in Nederland, laat zien dat de werkwereld in 2025 sterk verandert.
Meer dan 80% van de Nederlandse werknemers werkt inmiddels hybride en bijna een kwart verwacht in de komende vijf jaar nog vaker vanuit huis te werken. Thuiswerkers wijzen op voordelen zoals minder stress, hogere efficiëntie en betere balans met het gezinsleven. Tegelijkertijd blijkt uit het onderzoek dat driekwart van de ondervraagden zich zorgen maakt over de negatieve impact van langdurig thuiswerken op hun professionele netwerk en carrièremogelijkheden.
Oplossing is flex
Flexibiliteit komt naar voren als de sleutel tot tevredenheid. Werknemers die 1-2 dagen per week thuiswerken, geven aan het meest tevreden te zijn. Daarnaast zegt 64% dat betere faciliteiten en een aantrekkelijke werkomgeving, van goede koffie tot sociale ontmoetingsplekken, hen zouden aanmoedigen om vaker naar kantoor te komen. Duurzaamheid wordt steeds belangrijker; 71% van de Nederlandse werknemers verwacht concrete groene initiatieven, zoals afvalreductie en energie-efficiëntie, van hun werkgevers. Ook de inzet van technologie, zoals AI en slimme vergaderoplossingen, biedt kansen voor verbetering van de hybride werkervaring.
Generatieverschil
Het rapport onthult dat generatie Z zoekt naar energie, groei en sociale dynamiek, terwijl millennials vooral flexibiliteit en duurzaamheid waarderen. Generatie X hecht waarde aan kennisdeling en stabiliteit, terwijl babyboomers de voorkeur geven aan duidelijke kaders en planning.
Han Strijbos, hoofd Marketing bij ISS Facility Services Nederland, stelt: ‘Ons onderzoek laat zien dat het kantoor niet verdwijnt, maar verandert. Het moet meer bieden dan alleen een bureau: een bruisende plek waar mensen elkaar ontmoeten, samenwerken en zich verbonden voelen met hun organisatie. Dáár wordt het verschil gemaakt in betrokkenheid en resultaat.’