De achtergestelde positie van vrouwen ten opzichte van mannen in Nederland is vorig jaar langzamer weggewerkt dan voorspeld. Dat blijkt uit wereldwijd onderzoek, waarin ons land voor het derde jaar op rij blijft steken op plek 28 van 146 landen.
Hoogleraar Strategie en Innovatie aan de UvA Henk Volberda voorspelde vorig jaar tegenover NU.nl een versnelling in het voordeel van vrouwen. De leider van de Nederlandse inbreng in het wereldwijde onderzoek naar ongelijkheid tussen mannen en vrouwen kreeg toen bijval van planbureau SCP en andere experts.
Maar dit jaar concluderen Volberda en zijn onderzoeksteam dat de emancipatie van vrouwen in Nederland «stokt». Het gaat wel (voorzichtig) de goede kant op, maar andere Europese landen als België (12e), Duitsland (7e), Spanje (10e) en Ierland (9e) doen het nog veel beter in de jaarlijkse Global Gender Gap Index van het World Economic Forum (WEF).
In Nederland is 77,5 procent van de zogenoemde genderkloof gedicht. Dat is een afname van slechts 0,2 procent ten opzichte van vorig jaar. Wel doen vrouwen in Nederland volwaardig mee met mannen waar het gaat om toegang tot onderwijs en gezondheidszorg en de levensverwachting.
Volberda legt uit dat Nederland vooral steken laat vallen bij deelname aan het arbeidsproces en politieke invloed. Het aantal vrouwelijke Tweede Kamerleden is bijvoorbeeld gedaald. En ook komen de meeste zorgtaken nog steeds terecht bij vrouwen, waar de Scandinavische koplopers dat veel beter hebben geregeld.
‘Meer harde wetgeving kan helpen’
Meer «harde» wetgeving kan Nederland op weg helpen, denkt Volberda. «De overheid zou bijvoorbeeld kunnen bepalen dat vrouwen 50 procent moeten uitmaken van het aantal ambtenaren, ook in leidinggevende functies. En bedrijven zouden de verplichting kunnen krijgen om te rapporteren over het aandeel vrouwen in leidinggevende functies én hun salaris vergeleken met dat van mannen.»
Namens het SCP voegt econoom en sociaal wetenschapper Maroesjka Versantvoort toe dat de achterstand van vrouwen ingelopen kan worden door de arbeidsmarkt en kinderopvang anders in te richten. «Dat vraagt actie van de overheid en werkgevers», zegt de bijzonder hoogleraar Arbeid en Zingeving aan de Protestantse Theologische Universiteit.