Het Nationaal Archief wist vorig jaar al dat de namen van onschuldigen of zelfs slachtoffers voorkomen in een gevoelig liggend archief met dossiers over Nederlanders die ‘fout’ waren tijdens de Tweede Wereldoorlog. Toch publiceerde de instelling pas na media-aandacht een waarschuwing.
In februari 2023 werd gemeld dat vanaf dit jaar iedereen online een archief zou kunnen inzien met de namen van mensen die worden verdacht van samenwerking met de Duitse bezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog. De gegevens uit dat Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR) kunnen heel gevoelig liggen, zei het Nationaal Archief toen al over het project Oorlog voor de Rechter. Dat kan voor bijvoorbeeld hun nabestaanden gelden.
Toch duurde het tot half december vorig jaar totdat de rijksdienst actie ondernam om de gevoeligheden rond zo’n 425.000 personen op de lijst aan te pakken, zegt een woordvoerder nu. Dat gebeurde nadat de Autoriteit Persoonsgegevens haar zorgen had uitgesproken over de privacy van de personen op de lijst. Het Nationaal Archief besloot toen het CABR toch niet online te zetten. Om het te kunnen inzien, moet je op locatie langskomen.
Afgelopen zondag meldde De Telegraaf dat ook Nederlandse Joden die in de Tweede Wereldoorlog door nazi’s zijn vermoord in het oorlogsarchief staan vermeld als mogelijke collaborateurs. In reactie daarop publiceerde het Nationaal Archief een waarschuwing: niet alle personen in het archief zijn verdacht of beschuldigd.
Maar het Nationaal Archief wist dat dus vorig jaar al na eigen onderzoek, antwoordt de woordvoerder op vragen van NU.nl. Toen al ontdekte de instelling namen van onschuldigen of zelfs slachtoffers in het CABR. De rijksdienst kon toen niet uitsluiten dat er nog meer personen onterecht in het oorlogsarchief staan.
Hoeveel personen onterecht in het CABR staan, kan het Nationaal Archief niet zeggen. Wel heeft de rijksdienst sinds de media-aandacht van afgelopen week zo’n 25.000 namen uit het oorlogsarchief verwijderd, meldt de Volkskrant dinsdag.
‘Veel archiefmedewerkers waren vrij’
Het Nationaal Archief kan niet uitleggen waarom de waarschuwing ondanks het bijna twee jaar oude besef van de gevoeligheden en het onderzoek pas na media-aandacht online is gezet. Wel zegt de rijksdienst dat veel medewerkers vrij waren rond de kerstperiode.
Het archiefbeleid valt onder minister Eppo Bruins (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap). Hij krijgt hierover zwaarwegende adviezen van rijksarchivaris Afelonne Doek, die ook hoofd van het Nationaal Archief is. Doek had volgens het Nationaal Archief ook geadviseerd om het CABR vanwege de privacy pas een jaar later online te zetten. Bruins nam dat advies over.
Het advies had ook kunnen zijn om het CABR gezien de gevoeligheden en de bekende fouten ook (nog) niet offline openbaar te maken. Maar het Nationaal Archief zegt dat het belang van openbaarheid voor de samenleving in dit geval zwaarder weegt dan dat van nabestaanden van mensen die ten onrechte in het oorlogsarchief staan.