Er is geen relatie tussen siliconen borstimplantaten en gezondheidsklachten die horen bij Breast Implant Illness. Dat blijkt uit onderzoek van het Antoni van Leeuwenhoekziekenhuis onder vrouwen die borstkanker hebben gehad.
Het onderzoek ging niet over lekkende borstimplantaten. Daarvan is bekend dat die wel problemen veroorzaken.
Breast Implant Illness (BII) is een term die wordt gebruikt voor klachten die een deel van de vrouwen ervaart na het plaatsen van siliconen implantaten. Het gaat om onder meer vermoeidheid, spier- en gewrichtspijn, hoofdpijn, haaruitval en somberheid. Voor de klachten, die vaak na langere tijd ontstaan, bestaat nog geen medische verklaring.
In Nederland wordt geschat dat 200.000 vrouwen tussen de 20 en 70 jaar borstimplantaten hebben. Een kwart van hen kreeg deze na een borstamputatie vanwege borstkanker of omdat er een erfelijke aanleg voor borstkanker was.
Even vaak klachten
Het Antoni van Leeuwenhoek, een in kanker gespecialiseerd ziekenhuis en onderzoeksinstituut, vroeg vrouwen die behandeld zijn voor borstkanker of zij klachten ervaren die vaak worden genoemd bij BII.
Van de ruim 10.000 vrouwen vulden iets meer dan 6000 de vragenlijst in. Hieruit blijkt volgens de onderzoekers dat vrouwen die een borstsparende operatie of een borstamputatie zonder implantaat ondergingen even vaak klachten ervoeren als vrouwen met een siliconen implantaat. 20 procent van de vrouwen in beide groepen gaf aan vier of meer ernstige klachten te ervaren.
“Ons onderzoek laat zien dat er geen relatie is tussen deze klachten en de siliconen borstimplantaten”, zegt arts-onderzoeker Jonathan Spoor. “Het spreekt voor zich dat vrouwen, met of zonder siliconen borstimplantaten, die gezondheidsklachten ervaren op erkenning en begrip van hun zorgverlener moeten kunnen rekenen en dat mogelijk onderliggende oorzaken onderzocht moeten worden.”
Waardoor de klachten wel veroorzaakt worden is niet bekend. Volgens de onderzoekers zijn het veelvoorkomende algemene klachten die ook voorkomen bij vrouwen die geen borstkanker hebben, of bij vrouwen zonder siliconen borstimplantaten.
Siliconenpoli blijft belangrijk
Een speciale siliconenpoli zoals het Amsterdam UMC heeft blijft belangrijk, volgens onderzoeksleider en epidemioloog Floor van Leeuwen: “Er zijn veel vrouwen met klachten die zich zorgen maken over hun siliconen implantaten. Dat zijn vrouwen met een borstvergroting en vrouwen met borstkanker. Het is belangrijk dat vrouwen met klachten door een arts gezien worden. Voor sommige klachten kunnen andere medische verklaringen zijn. Dat kunnen ze daar uitsluiten.”
De onderzoekers hopen dat de resultaten van de studie geruststellende informatie zijn voor zowel vrouwen die een implantaat hebben als voor vrouwen die nog mogen kiezen voor een reconstructie.
Over het onderzoek
Voor het onderzoek werden ruim 10.000 vrouwen geselecteerd die tussen 2000 en 2015 behandeld werden voor borstkanker. Onder hen waren vrouwen die een borstbesparende operatie hadden ondergaan, een borstamputatie zonder reconstructie, een borstamputatie en reconstructie met lichaamseigen weefsel en een borstamputatie en reconstructie met siliconen implantaat.
6091 vrouwen vulden een vragenlijst over hun gezondheid in waarbij werd gevraagd naar achttien klachten die vaak worden genoemd bij Breast Implant Illness. Bij de vergelijking tussen de groepen werd rekening gehouden met verschillen in leeftijd, borstkankerstadium en aanvullende behandelingen zoals bestraling en chemotherapie.
Naast het Antoni van Leeuwenhoek deden het Erasmus MC, Maastricht UMC+, Zuyderland Medisch Centrum, Medisch Spectrum Twente en Ziekenhuisgroep Twente mee met de studie. De studie is gepubliceerd in het medische tijdschrift Journal of the National Cancer Institute.