Buitenstedelijk heeft de bouw van grote eengezins-koopwoningen een significante impuls gekregen. Sinds 1995 zijn er bijna 2,2 miljoen nieuwbouwwoningen gerealiseerd in Nederland, met meer dan 1,1 miljoen woningen in buitenstedelijk gebied en meer dan 1,0 miljoen woningen in binnenstedelijk gebied, meldt Nieuws Impuls.
Uit statistieken blijkt dat ongeveer 67% van de bijna 1 miljoen binnenstedelijke nieuwbouwwoningen, tot en met 2023, meergezinswoningen zijn, waaronder flats en appartementen. In vergelijking hiermee is slechts 1 op de 5 woningen in buitenstedelijk gebied een meergezinswoning. De constructie van tussenwoningen, hoekwoningen, twee-onder-een-kap- en vrijstaande woningen domineert hier.
Woningen steeds kleiner
Bijna de helft van de binnenstedelijke nieuwbouwwoningen die sinds 1995 zijn gebouwd, is een huurwoning. Dit percentage stijgt naar 67% voor woningen die na 2015 zijn gerealiseerd, waarvan meer dan de helft particuliere huurwoningen zijn. Onder de oudere binnenstedelijke woningen, gebouwd tussen 1995 en 2004, is bijna 44% een huurwoning. In het buitenstedelijk gebied is ruim een kwart van de nieuwbouwwoningen een huurwoning, waarbij het aandeel particuliere huurwoningen ook daar stijgt in recentere bouwprojecten.
Kleinere woningen worden steeds vaker binnenstedelijk gebouwd, met meer dan 10% van de woningen die een maximale oppervlakte van 50 m² hebben. Dit percentage is gestegen en bedraagt 20% in de recentste bouwjaren (2015-2023). Aan de andere kant worden in het buitenstedelijk gebied voornamelijk grotere woningen gebouwd, met bijna 80% van de woningen die 100 m² of meer beslaan, hoewel ook hier een toenemende trend van kleinere woningen waarneembaar is in nieuwere projecten.