Een deel van de werkplek op het spoor bij Voorschoten was niet veilig tijdens het dodelijke ongeval in april vorig jaar. Dat concludeert de Onderzoeksraad voor Veiligheid woensdag. Bij het ongeluk kwam een kraanmachinist om en raakten tientallen mensen gewond.
Volgens de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) was de railinzetplaats een van de risicovolste van Nederland. De railinzetplaats was de plek waar de kraan het spoor op ging. De plek voldeed niet aan de brancherichtlijn.
Daarnaast waren de sporen waarover de treinen reden maar kort buiten gebruik. Daardoor hadden de werkenden weinig tijd om het spoor over te steken. Ook was voor hen niet duidelijk over welke sporen nog wel treinen reden. Er zijn hulpmiddelen om dat ter plekke aan te geven, maar daar maakt ProRail nauwelijks gebruik van.
Sinds de jaren negentig is het niet meer toegestaan om op plekken met twee sporen met treinen langs werkzaamheden te rijden. Maar bij plekken met vier sporen, zoals in Voorschoten, mag dat nog wel.
Voor machinisten en treindienstleiders is het duidelijk welke sporen niet in gebruik zijn, maar voor de mensen die de werkzaamheden uitvoeren niet altijd. Er is niet altijd een fysieke barrière tussen de sporen waaraan gewerkt wordt en de sporen waar nog treinen over rijden. «Zo bestaat het risico dat werkenden en hun materieel in aanraking komen met passerende treinen», schrijft de OVV.
‘s Nachts werken zorgt voor extra risico’s
Dat bij het oversteken van de sporen mondeling wordt gecommuniceerd, maakt het extra risicovol. Zeker doordat werkzaamheden vaak ‘s nachts zijn en mensen daardoor minder alert zijn.
Ook in Voorschoten werd ‘s nachts gewerkt. De leider werkplekbeveiliging en leider lokale veiligheid hadden aanzienlijk meer uren gewerkt dan volgens de Arbeidstijdenwet toelaatbaar is. Voor de omgekomen kraanmachinist gold dat niet.
Het is niet duidelijk waardoor het ongeluk in Voorschoten precies kon gebeuren. De communicatie tussen de leider lokale veiligheid en de kraanmachinist is niet vastgelegd.
ProRail voldoet niet aan wetgeving
De OVV is kritisch op hoe ProRail en spooraannemers omgaan met werken in de nacht. «Ze voldoen niet aan de geldende wet- en regelgeving», stelt de raad.
Bij het veiliger maken van werken aan het spoor ligt ook een rol voor de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, concludeert de onderzoeksraad. De focus van de staatssecretaris ligt te veel op het laten rijden van de treinen en te weinig op veiligheid. De OVV adviseert dat te verbeteren.
Daarnaast adviseert de OVV een systeem op te zetten waardoor organisaties leren van (bijna-)ongevallen. Nu trekken ze volgens de raad nog te weinig lering uit de incidenten.
Bron: NU.nl