Veel werkenden houden volgend jaar netto wat meer over en ouders krijgen meer steun. Tegelijkertijd gaan de huren waarschijnlijk flink omhoog en vallen veel voordelen van elektrische auto’s weg. NU.nl zet de belangrijkste veranderingen in de portemonnee op een rijtje.
Allereerst het inkomen. Dat gaat voor veel mensen iets omhoog. Wie in loondienst werkt, krijgt er bij een gelijkblijvend salaris meestal tussen de 20 en 60 euro per maand netto bij. Dit komt door verandering van belastingen. Voor veel parttimers pakken deze nieuwe regels helaas minder gunstig uit.
Verder gaat het minimumloon met 38 cent per uur omhoog naar 14,06 euro bruto. Veel uitkeringen zijn hieraan gekoppeld en worden dus ook hoger, zoals de WW, de Ziektewet en de Wajong.
De AOW stijgt ook en bedraagt na 1 januari 1.497,77 euro netto per maand voor alleenstaanden, mits ze de loonheffingskorting hierop toepassen. Ouderen die samenwonen, krijgen per persoon 1.024,62 euro.
Daarnaast kan een deel van de gepensioneerden een hoger aanvullend pensioen tegemoetzien. Zo besloot het grootste fonds van het land – ambtenarenfonds ABP – om de pensioenen met bijna 2 procent te verhogen.
De werkelijke inkomenssituatie kan bij veel mensen afwijken van de gemiddelden, door bijvoorbeeld een loonsverhoging of ontslag. Ook moet je rekening houden met hogere uitgaven. Zo verwacht De Nederlandsche Bank dat de inflatie komend jaar uitkomt op zo’n 3 procent.
Controles op verkapt dienstverband raken zzp’ers
De groep die misschien wel de grootste verandering voor de kiezen krijgt, zijn de zzp’ers. Vanaf komend jaar controleert de Belastingdienst of bedrijven de zelfstandigen inzetten als verkapte werknemers.
De regels bestaan al een tijdje, maar de handhaving was zeer beperkt. Dat verandert per 1 januari. De Belastingdienst kan al meteen naheffingen opleggen en deelt later ook boetes uit.
Voor de zzp’ers zelf heeft de maatregel ook veel gevolgen, doordat bedrijven voorzichtiger zijn met het inhuren van kleine zelfstandigen. Een aantal van hen is inmiddels in loondienst gegaan, al dan niet met tegenzin:
Huurders zijn de klos in 2025
Wie een woning huurt, betaalt in 2025 waarschijnlijk flink meer. In de vrije sector moet je rekening houden met een verhoging van maximaal 4,1 procent. In de middenhuur – met prijzen die schommelen rond de 1.000 euro per maand – is dat maximum zelfs bijna 8 procent.
De maatregel betekent niet dat alle huren meteen in januari oplopen. Een huurverhoging kan ook later ingaan. Bovendien kunnen verhuurders besluiten hun prijzen minder te verhogen.
In de sociale huur gaan de prijzen sowieso pas in juli omhoog. Je moet wel rekening houden met opnieuw een forse stijging van maximaal 5 procent. Ook dit jaar zijn de huren al flink verhoogd.
Daar staat tegenover dat mensen met een lager inkomen meer huurtoeslag krijgen. Gemiddeld komt er per maand 12 euro bij, al is dat vaak niet genoeg om de huurstijging te compenseren.
Minder hypotheekrenteaftrek voor lage inkomens
Voor woningeigenaren verandert ook het een en ander. Zo kunnen mensen met een middeninkomen of een hoog inkomen profiteren van een iets hogere hypotheekrenteaftrek. Voor mensen met een laag inkomen wordt het juist minder.
Verder kunnen uitzendkrachten voortaan iets makkelijker een hypotheek krijgen. De perspectiefverklaring die je hiervoor nodig hebt, kun je vanaf komend jaar al na 26 weken krijgen. Dat is nu nog 52 weken.
Zorgpremie verder omhoog
We zijn komend jaar meer kwijt aan de zorgverzekering. De basispremie stijgt met zo’n 10 euro per maand. Het standaard eigen risico blijft hetzelfde: 385 euro.
De maximale zorgtoeslag wordt voor alleenstaanden 131 euro per maand. Dat is 8 euro meer dan dit jaar. Koppels krijgen er samen maximaal 14 euro bij. Ook krijgen meer mensen recht op de toeslag, doordat de inkomensgrens opschuift.
Warmtenet krijgt steuntje in de rug
Goed nieuws is er voor wie aangesloten is op het warmtenet. Toezichthouder ACM heeft de maximale tarieven verlaagd, waardoor leveranciers hun tarieven ook omlaag moeten brengen. De vaste kosten stijgen weliswaar, maar de verlaging van het variabele tarief weegt meestal zwaarder door.
Vattenfall denkt dat de gemiddelde klant er 72 euro per jaar op vooruit gaat. Bij Eneco zijn gebruikers in doorsnee 45 euro goedkoper uit.
Ander goed nieuws is dat de belasting op energie wat omlaaggaat. Daar staat tegenover dat de netbeheerkosten flink stijgen. Dit komt doordat de netbeheerders fors moeten investeren in het stroomnet.
Ook hebben enkele leveranciers, waaronder Essent en Vattenfall, aangekondigd op 1 januari hun gastarieven te verhogen. Klanten gaan bij Vattenfall ook meer betalen voor elektriciteit.
Voor mensen met een lager inkomen is er minder goed nieuws. Het Tijdelijk Noodfonds Energie verdwijnt. Dit fonds was in het leven geroepen om mensen met een krappe beurs te helpen de stijgende energierekening te betalen. Maar vanwege onenigheid over financiering wordt de regeling stopgezet.
Kinderopvangtoeslag stijgt
Een aantal ouders is vanaf januari iets minder kwijt aan de kinderopvang, doordat ze meer kinderopvangtoeslag ontvangen. De maximale vergoeding per uur voor dagopvang is nu nog 10,25 euro, maar gaat omhoog naar 10,71 euro. Ook voor buitenschoolse opvang en gastouderopvang stijgen de maximale vergoedingen.
Verder gaat het kindgebonden budget – een tegemoetkoming voor ouders met een lager inkomen – iets omhoog. Ze krijgen maximaal 75 euro extra. Verder wordt de kinderbijslag geïndexeerd.
Een ritje in bus of trein wordt duurder
Prijzen in het openbaar vervoer gaan verder omhoog. NS vraagt vanaf januari ruim 6 procent extra voor een treinreis. Ook bij andere ov-bedrijven ga je meer betalen. Een aantal vervoerders, waaronder Connexxion, Bravo en GVB, heeft laten weten dat ritjes ruim 3 procent duurder worden.
Wie vanuit huis werkt, is waarschijnlijk blij dat de thuiswerkvergoeding iets omhooggaat. Nu mogen werkgevers hun personeel maximaal 2,35 euro per dag belastingvrij uitkeren. Dat gaat komend jaar naar 2,40 euro. De onbelaste reiskostenvergoeding blijft 0,23 euro per kilometer.
Minder voordeeltjes voor elektrische rijders
Voor wie elektrisch rijden een warm hart toedraagt, breken geen mooie tijden aan. Een aantal voordelen verdwijnt of wordt afgebouwd. Zo gaat er komend jaar een streep door de aanschafsubsidie voor elektrische auto’s. Zowel voor nieuwe als voor tweedehands voertuigen is de subsidiepot leeg in 2025.
Verder wordt het voordeel in de wegenbelasting (mrb) afgebouwd. Wie een volledig elektrische auto rijdt, betaalt vanaf komend jaar 25 procent van de mrb die fossiele rijders betalen. Voor plug-inhybrides is dat nu al 50 procent. Dat stijgt volgend jaar tot 75 procent.
Ook ga je vanaf 2025 aanschafbelasting (bpm) betalen bij aankoop van een elektrisch model. Dat bedrag komt uit op 667 euro.
En of het nog niet genoeg is, gaat ook de bijtelling voor e-auto’s omhoog: van 16 naar 17 procent. Althans, tot een waarde van 30.000. Daarboven betaal je het standaardtarief van 22 procent, maar dat is nu ook al zo.
Accijns op brandstof blijft gelijk
Een beetje goed nieuws is er wel voor benzinerijders: de accijnzen gaan niet omhoog. Dat geldt trouwens ook voor diesel en lpg. Zelfs de jaarlijkse indexering van de accijnzen blijft achterwege.
Een verhoging is er wel bij de verkeersboetes. Voor een aantal vaak voorkomende overtredingen stijgt het bedrag met een tientje. Dan gaat het om onder meer door rood rijden, achter het stuur appen en onnodig links rijden.
Postzegelprijs stijgt verder
Wie een brief wil versturen, is daar komend jaar meer aan kwijt. De prijs van een postzegel stijgt van 1,14 tot 1,21 euro. Overigens mag je wel je oude zegels eerst opmaken.
Ook het versturen van een pakket kan je in het nieuwe jaar meer kosten. Dit geldt voor als je de frankering regelt via een PostNL-punt. Als je je verzendlabel online bestelt, blijft het tarief hetzelfde.
Correctie: In een eerdere versie van dit artikel stond dat de sociale huren vanaf 1 juli 2025 met 5,8 procent omhoog kunnen gaan. Dat is onjuist. Het maximale percentage is 5.