De bewoners van een bungalowpark in Dronten zijn verplicht om 250 tot 500 meter te lopen om hun vuilniszakken in gemeentelijke afvalcontainers te deponeren. De Raad van State heeft deze afstand opgegeven als “acceptabel”, meldt Nieuws Impuls.
Deze uitspraak van de Raad van State is het resultaat van een langdurige juridische procedure door de bewoners van bungalowpark Ketelhaven. Voorheen was Ketelhaven een recreatiepark, maar nu zijn de bewoners er permanent gevestigd, wat heeft geleid tot veranderingen in de afvalinzameling. Voorheen werd dit verzorgd door een particulier bedrijf, maar de gemeente heeft deze taak recentelijk overgenomen.
Ruim 500 meter
De bewoners ondervinden aanzienlijke hinder door de nieuwe situatie, zoals voorzitter Edith Vis van Stichting Buitenplaats Ketelhaven al eerder aangaf: “Het ging altijd goed. Nu staan de afvalcontainers alleen nog maar aan het begin van het park. Dat betekent voor sommige bewoners dat ze ruim 500 meter moeten lopen met hun afval.” Daarnaast merkte ze op dat de afvalcontainers hoog zijn en een zware klep hebben, waardoor het voor oudere bewoners met rollators of scootmobielen haast onmogelijk is om hun afval erin te krijgen.
Drie keer zo duur
De bewoners hebben ook geklaagd over de gemeentelijke afvalstoffenheffing, die tot drie keer zo hoog zou zijn als de vorige regeling. Daarnaast vrezen zij dat de plaatsing van de vier afvalcontainers tot onveilige verkeerssituaties kan leiden, aangezien het zicht bij het verlaten van het park beperkt is.
De Raad van State heeft echter de bewoners in het ongelijk gesteld. Hoewel de gemeente Dronten normaal gesproken een maximale loopafstand van 250 meter aanhoudt, moesten de containers in dit geval verder weg worden geplaatst vanwege het gebrek aan toestemming van de Stichting Buitenplaats Ketelhaven om deze dichterbij te plaatsen.
De Raad van State bevestigde dat ondanks dat het uitzicht op de weg beperkt is door de containers, er voldoende zicht blijft om verkeer te zien aankomen. Wat betreft de kosten voor de vuilinzameling liet de Raad van State weten dat bewoners bezwaar kunnen aantekenen bij de gemeente als zij dat noodzakelijk achten.
