De prijzen van huurwoningen waren in juli gemiddeld 5,4 procent hoger dan in juli 2023. Dat is de grootste huurstijging in dertig jaar en komt vooral doordat verhuurders de huren nu harder mogen laten stijgen.
Vorig jaar stegen de huren nog met gemiddeld 2 procent ten opzichte van het jaar ervoor, blijkt uit cijfers van statistiekbureau CBS.
“Dat heeft te maken met de maximale huurstijging die de overheid jaarlijks vaststelt”, zegt hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen tegen NU.nl. In 2023 was die maximale stijging vastgesteld op 4,1 procent voor vrije huur en 3,1 procent voor sociale huur. Dit jaar geldt 5,5 procent voor vrije huur en 5,8 procent voor sociale huur.
“De daadwerkelijke huurverhoging zit daar elk jaar maar een klein beetje onder”, legt Van Mulligen uit. Dat gaat ook nu weer op: de huren van sociale huurwoningen stegen in het afgelopen jaar met zo’n 5,7 procent. Bij vrijehuurwoningen ging het om 5 procent.
‘Regering heeft de teugels wat losgelaten’
De overheid heeft de afgelopen jaren actief beleid gevoerd om lagere inkomens te ontzien, onder meer vanwege de coronacrisis en de hoge energieprijzen. Daarom lag de maximaal toegestane huurverhoging toen wat lager. “Dit jaar heeft de regering de teugels toch wat losgelaten”, zegt Van Mulligen.
Sinds 1 juli is er wel een nieuwe wet die ervoor zorgt dat 300.000 huren in het middensegment ook omlaag kunnen. Maar dat heeft in veel gevallen pas later effect: komend jaar of pas als er een nieuwe bewoner komt.
Huurprijs steeg in Rotterdam veel harder dan in Amsterdam
Het CBS vergeleek ook de huurstijgingen in de vier grootste gemeenten: Utrecht, Rotterdam, Amsterdam en Den Haag. De grootste stijging was te zien in Rotterdam. Daar stegen de huren met gemiddeld 5,9 procent.
Wanneer een woning overgaat naar een nieuwe huurder, mag de huur meer stijgen dan de maximaal toegestane huurverhoging. In Rotterdam had onder meer dat invloed op de hogere huren.
In Amsterdam viel het relatief mee: daar was de stijging 5,2 procent. Waar die verschillen een gevolg van zijn, kan Van Mulligen niet zeggen. “Dat weten we niet echt. Zoiets is toch koffiedik kijken.”
Op provinciaal niveau stegen de huurprijzen in Drenthe het hardst; namelijk met 5,8 procent. Ook daar hadden bewonerswisselingen een groot effect. In Groningen steeg de prijs het minst hard: met 5 procent. Daar waren ook relatief minder bewonerswisselingen.
Woonbond wil dat politiek ingrijpt
De Woonbond, die opkomt voor de belangen van huurders, is niet te spreken over de forse verhogingen. Volgens de belangenvereniging moeten er andere regels komen.
De bond wijst erop dat de huurverhogingen nu gekoppeld zijn aan de gemiddelde loonstijging. Omdat veel lonen in het afgelopen jaar flink omhoog zijn gegaan, zijn de huren meegestegen. De Woonbond zou liever zien dat bij huurverhogingen wordt gekeken naar de lonen óf de inflatie. Daarbij zou de laagste van de twee als basis moeten dienen. Dat systeem wordt nu al gebruikt voor woningen in de vrije sector.
Volgens de Woonbond dreigt komend jaar opnieuw een flinke verhoging als de politiek de regels niet aanpast. De verwachte loonstijging is dit jaar 6,6 procent. Volgens de huidige systematiek zouden de huren komend jaar met dat percentage omhooggaan. Voor een maandelijkse huur van 600 euro betekent dat een verhoging van zo’n 40 euro.