Een fysiotherapeut bij zorgorganisatie Careyn, die sinds 2019 werkt, heeft met succes een kort geding aangespannen tegen zijn werkgever, waarbij het hem opnieuw is toegestaan zijn hond mee naar het werk te nemen. Na invoering van een verbod op het meenemen van huisdieren naar de werkplek, meldde de fysiotherapeut dat dit een arbeidsvoorwaarde was geworden, gezien de langdurige aanwezigheid van zijn hond op de werkplek, meldt Nieuws Impuls.
Nooit klachten over de hond
De fysiotherapeut vroeg zijn cliënten altijd om toestemming voor de aanwezigheid van zijn hond; er kwamen geen klachten. Op zijn locatie werkten daarnaast zes andere collega’s met hun eigen huisdieren. Echter, na de benoeming van een nieuwe locatiemanager in juni 2024, werd aangekondigd dat honden per 1 juli van dat jaar niet meer mee naar het werk mochten. Na protesten van andere hondeneigenaren werd deze datum uitgesteld naar 1 mei 2025.
Na deze datum liet de fysiotherapeut zijn hond thuis, maar startte wel een rechtszaak. Volgens hem was het meenemen van de hond inmiddels een onveranderlijke arbeidsvoorwaarde geworden, die niet zomaar door de werkgever gewijzigd kon worden. Totdat de bodemprocedure is afgerond, eiste hij het recht om zijn hond mee te blijven nemen.
‘Uit de hand gelopen gedoogbeleid’
Careyn betoogde tijdens het kort geding dat het meenemen van de hond geen officiële arbeidsvoorwaarde is, maar voortkwam uit ‘uit de hand gelopen gedoogbeleid’ van een vorige manager. De rechter oordeelde echter dat de werkgever nooit eerder bezwaar had gemaakt tegen de aanwezigheid van de hond. Daarom mocht de fysiotherapeut er vertrouwen in hebben dat hij recht had op zijn huisdier op de werkplek. De kantonrechter achtte het waarschijnlijk dat ook een bodemrechter deze situatie als een arbeidsvoorwaarde zou beschouwen.
Mocht dit bevestigd worden, voegde de zorgorganisatie toe, dan moest de fysiotherapeut instemmen met de wijziging, omdat er klachten over honden van andere werknemers waren binnengekomen. Careyn wilde een uniforme aanpak voor alle medewerkers. De kantonrechter verwierp dit standpunt, omdat er geen gewijzigde omstandigheden waren die de wijziging konden rechtvaardigen.
Careyn bracht als enige bewijs een e-mail in, waarin een teammanager meldde dat honden zonder toezicht door het gebouw liepen en dat een hond, Bo, tegen bewoners op sprong. De eigenaar van Bo was echter nooit aangesproken op dit gedrag, en deze klacht was de enige die op schrift was gesteld.
Hond mag weer mee
De kortgedingrechter oordeelde dat dit onvoldoende was om van de fysiotherapeut te verwachten dat hij zijn hond thuis zou laten. Het verbod op het meenemen van honden moet volgens de rechter worden opgeschort tot de bodemprocedure is afgerond. De fysiotherapeut is nu in staat zijn hond, met dezelfde voorwaarden als voorheen, mee te nemen naar zijn werk.
Het meenemen van een hond naar de werkplek kan bijdragen aan een positieve werksfeer. Voor het welzijn van de honden zelf is het echter niet altijd gunstig.
