Dark
Light
Wanted to get myself a new cell phone so I could hear myself as a ringtone. Who knew the store would go and check my credit score?
10.05.2024

Kinderziekenhuis bereidt zich voor op kinkhoest: ‘Nog nooit zo veel gezien’

Kinderziekenhuis bereidt zich voor op kinkhoest: 'Nog nooit zo veel gezien'
Kinderziekenhuis bereidt zich voor op kinkhoest: 'Nog nooit zo veel gezien'

De kinderafdeling van het Deventer Ziekenhuis heeft voorbereidingen getroffen voor een kinkhoestepidemie. De ziekte is vooral gevaarlijk voor heel jonge kinderen, maar verspreidt zich momenteel snel. «Normaal heb ik misschien vijf patiëntjes in een jaar, niet vijf in een dag.»

In de regio Overijssel worden relatief gezien de meeste kinkhoestgevallen gemeld, maar dat is nog niet te zien op de kinderafdeling van het Deventer Ziekenhuis. Daar liggen op de dag dat kinderarts Monique Gorissen de afdeling laat zien geen kinkhoestpatiëntjes.

De voorbereidingen voor de epidemie zijn dan ook niet zo zichtbaar als bijvoorbeeld de maatregelen die getroffen werden tijdens de coronapandemie. Geen speciale afdelingen en beschermende pakken, maar een soort «mininascholing» voor de medewerkers.

«Herkennen we het, herkennen we alle vormen ervan en weten we zeker dat we het op tijd herkennen? We weten dat allemaal wel, maar je moet het even refreshen», legt Gorissen uit. Andere voorbereidingen zijn meer praktisch: zijn er genoeg antibiotica? Zijn de laboratoria in staat snel te testen?

Wat is kinkhoest?

Kinkhoest wordt veroorzaakt door een bacterie. Mensen met kinkhoest lijken vaak eerst een neusverkoudheid te hebben. Meestal gaan ze pas na een of twee weken hoesten. Soms klinkt de hoest als een blaf of wordt een lange hoestaanval gevolgd door een piepende inademing.

Kinkhoest is heel gevaarlijk voor met name de allerkleinsten. Zieke baby’s kunnen uitgeput raken door het hoesten, waardoor ze stoppen met drinken. Ook kan het hoesten leiden tot zuurstofgebrek.

Wekenlang aanhoudende hoest die gevaarlijk kan zijn

Voor het gros van de kinderen is kinkhoest slechts een vervelende, wekenlang aanhoudende hoest. Maar heel jongere kinderen hebben vaak niet de kracht om de hoest goed aan te kunnen. Voor hen kan de ziekte dan ook erg gevaarlijk zijn. Zij worden daarom vrijwel altijd opgenomen in het ziekenhuis.

De gevallen die Gorissen recent heeft gezien, verlopen «vrij netjes». Maar, benadrukt ze, het ging hier vooral om heel jonge kinderen van wie de moeder is gevaccineerd. «Die kinderen krijgen dan een kleine vorm van kinkhoest, niet zo ernstig.»

Maar als een kind kinkhoest heeft en het gaat slecht, dan kan een arts niet zo veel, zegt Gorissen. «Het is een ziektebeeld waarvan we weten: als het misgaat, doen we ons uiterste best, maar dan is het soms heel moeilijk te behandelen.»

Dat gebeurde een aantal jaar geleden nog, toen een van de kinkhoestpatiëntjes van het ziekenhuis overleed. «Dat hebben we allemaal op ons netvlies staan.»

Grootste aantal gevallen in tien jaar tijd

Kinkhoest gaat momenteel opvallend veel rond, waardoor de kans op heel zieke patiëntjes toeneemt. Vorige week meldde het RIVM bijna 7.200 besmettingen, het grootste aantal in tien jaar tijd. In 375 gevallen ging het om baby’s, van wie de helft moest worden opgenomen in het ziekenhuis. Het overgrote deel van de patiëntjes was niet gevaccineerd en/of had een niet-gevaccineerde moeder.

De oorzaak van het stijgende aantal kinkhoestmeldingen is volgens experts vooral de dalende vaccinatiegraad. Jonge kinderen kunnen tegen kinkhoest worden gevaccineerd met de zogenoemde DKTP-vaccinatie uit het rijksvaccinatieprogramma. Zwangere vrouwen kunnen hun zeer jonge kind beschermen door de zogenoemde 22 wekenprik te halen.

Maar voor de meeste vaccinaties uit het rijksvaccinatieprogramma ligt de vaccinatiegraad onder de grens van 95 procent. In sommige gevallen ligt de vaccinatiegraad zelfs onder de 90 procent.

Sinds de coronapandemie lijkt er in de samenleving meer scepsis te zijn tegen vaccinaties. Het RIVM maakt zich zorgen om de dalende vaccinatiegraad en ook vele artsen springen in de bres om de vaccinatiebereidheid te vergroten.

‘Nog nooit zo veel kinkhoest gezien’

De stijging in het aantal kinkhoestgevallen ziet Gorissen ook terug. «Ik ben nu vijftien jaar kinderarts, maar heb nog nooit zo veel kinkhoest gezien.» Veel van haar patiënten die op spreekuur komen voor bijvoorbeeld hun astmatische klachten geven aan dat ze kinkhoest denken te hebben. Maandag en dinsdag meldden zich nog vijf van deze patiënten bij Gorissen. «Dat heb ik anders nooit. Dan heb ik er misschien vijf in een jaar, niet vijf in een dag.»

Gorissen en haar collega’s adviseren nu actiever over vaccinaties. «Als er kinderen zijn, dan vragen we nu nog veel fanatieker dan voorheen. Is uw kind volledig gevaccineerd? Waarom niet, kunnen we daarover in gesprek?»

Ook de GGD IJsselland ziet het aantal vragen over vaccinatie iets toenemen. De vragen gaan vooral over of het kind voldoende beschermd is, zorgen over de verspreiding van kinkhoest en over de 22 wekenprik, zegt Martijn Spoelstra. Hij is stafarts Jeugdgezondheidszorg bij GGD IJsselland.

Vaccineren blijft belangrijk, zegt Gorissen. «Uiteindelijk gaat het erom dat er minder besmettingen rondgaan in de hele groep.» Er is een kleine groep mensen die echt niet wil vaccineren vanwege geloofs- of levensovertuigingen, en dat kan volgens Gorissen ook.

«Maar er is ook een groep die het graag heel goed wil doen voor het kind en het daarbij ingewikkeld vindt een gezond kind iets toe te dienen. Wij denken dat die groep wel te motiveren is, als die mensen er goed over horen. Die groep moeten we er echt bij hebben, dan kunnen we die paar procent wel hebben.»

Bron: NU.nl

Добавить комментарий

Your email address will not be published.