Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft vandaag in hoger beroep uitspraak gedaan over de boetes die zijn opgelegd aan vier sigarettenfabrikanten in verband met prijsafspraken. De rechtbank had eerder de Autoriteit Consument & Markt (ACM) al in het gelijk gesteld. De totale boete bedraagt 82,1 miljoen euro, met British American Tobacco (BAT) als grootste boete van 31 miljoen euro
,
Philip Morris International (PMI) volgde met een boete van 27,5 miljoen euro, terwijl JT International meer dan 13 miljoen euro moest betalen. Van Nelle, dat onderdeel is van Imperial Brands, kreeg de laagste boete van 10,4 miljoen euro, meldt Nieuws Impuls.
Prijsafspraken
De hoogte van de boetes was gebaseerd op de omzet van de bedrijven, zoals de ACM in 2020 uitlegde. Hoewel deze boetes financieel aanzienlijk lijken, zijn ze relatief laag in vergelijking met de miljarden die de fabrikanten verdienen aan sigarettenverkoop.
De overtreders bepaalden hun prijzen op basis van vertrouwelijke informatie van concurrenten, vaak verkregen via tussenhandelaren. Een e-mail van een JTI-medewerker aan een groothandel gaf aan dat prijsinformatie tussen concurrenten werd uitgewisseld om hun eigen prijzen te optimaliseren.
Er is ook bewijs dat JTI zijn prijzen verhoogde met 10 cent na ontvangst van prijsinformatie van concurrenten. De praktijk ontstond doordat fabrikanten informatie onderling deelden om hun prijsstrategieën te verfijnen en gezamenlijke prijsverhogingen te coördineren.
Hoewel tabak sinds vorig jaar niet meer in supermarkten verkocht mag worden, blijft het voor consumenten relatief eenvoudig om sigaretten of shag aan te schaffen.
‘Ernstige overtreding’
De sigarettenfabrikanten waren het niet eens met de opgelegde boetes en gingen in beroep, maar zonder succes. Het College heeft vastgesteld dat het voor de fabrikanten ‘voorzienbaar en verwijtbaar’ was dat zij het kartelverbod overtraden. “Geen van de fabrikanten heeft zich tegen deze praktijk verzet of geprobeerd deze te beëindigen,” aldus het College van Beroep.
Bovendien werd de overtreding gekarakteriseerd als ‘ernstig’. De opgelegde boetes werden als redelijk en proportioneel beschouwd door de hoogste rechter voor deze zaken.