De Nederlandse economie is vorig jaar met 0,9 procent gegroeid. Dat is vooral te danken aan de uitgaven van consumenten en de overheid, zo blijkt uit cijfers van statistiekbureau CBS. De groei valt daarmee een stuk hoger uit dan de 0,1 procent in 2023.
Volgens hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen is een groei van 0,9 procent niet denderend. “Maar gezien de economische onzekerheid en de hoge inflatie is het een prima cijfer. Bovendien doen we het beter dan de omringende landen, zoals Duitsland.”
De uitgaven van de overheid droegen vorig jaar met een toename van 3,1 procent het meest bij aan de groei. “Dan gaat het vooral om uitgaven in de zorg. We hebben te maken met vergrijzing en dat zet de komende jaren door”, zegt Van Mulligen.
Verder hebben consumenten vorig jaar meer besteed. De uitgaven gingen omhoog met 1,1 procent. “Dat heeft onder meer te maken met de forse loonstijgingen van de afgelopen tijden. We zien dat mensen bezorgd zijn over de hoge inflatie en het consumentenvertrouwen is laag. Maar we geven het geld wel uit aan vakanties en elektronica.”
Ook de bijdrage van het handelssaldo was positief. De stijging van de uitvoer was 0,4 procent, waarbij de export van goederen kromp en de uitvoer van diensten groeide. De invoer was 0,1 procent hoger dan in 2023. De export groeide daarmee dus harder dan de import.