Een Amsterdamse gemeenteambtenaar, de 57-jarige Jim B., is aangehouden op verdenking van corruptie en medeplichtigheid aan geweld en wordt gelinkt aan ten minste 95 geweldsincidenten, waaronder explosies en beschietingen. Dit werd bekendgemaakt tijdens een inleidende zitting, meldt Nieuws Impuls.
Het Openbaar Ministerie (OM) beschuldigt B. en zijn medeverdachten van betrokkenheid bij 36 explosies, veertien dreig- of kogelbrieven, acht beschietingen, twee moordpogingen en een ontvoering. Deze incidenten vonden plaats in verschillende steden, waaronder Apeldoorn, Amsterdam, Rotterdam, Leiden, Valkenburg en Purmerend, kort nadat informatie door B. was doorgegeven.
B. wordt ervan verdacht op grote schaal gegevens te hebben verkocht aan Rishi K. (41) en Gillian H. (34), die het OM ‘informatiemakelaars’ noemt. Deze twee zouden de informatie hebben doorgespeeld aan criminelen die verantwoordelijk waren voor de gewelddaden. In veertien gevallen gebeurde de gewelddadige actie zelfs binnen een dag na de informatieoverdracht, wat volgens het OM geen toeval kan zijn.
De ambtenaar uit Almere werd in mei gearresteerd. Hij werkte op de incassoafdeling van de gemeente Amsterdam, waardoor hij toegang had tot adres- en kentekengegevens en informatie over bewoners. Hoewel hij niet direct betrokken was bij de geweldsincidenten, vermoedt het OM dat hij op de hoogte was van de doeleinden van de opgevraagde informatie.
Communicatie en gegevensgebruik
B. communiceerde frequent met K. via Privnote, een app voor vertrouwelijke berichten. Het OM heeft vastgesteld dat hij vanaf augustus 2023 gemiddeld 400 keer per maand informatie opzocht in de computersystemen van zijn werk, zelfs buiten werktijden en tijdens vakanties. B. zou ook contante betalingen hebben ontvangen en bedragen zijn overgemaakt naar zijn bankrekening.
Volgens de advocaat van B. heeft haar cliënt “onder druk van een groep fouten gemaakt”, maar het OM heeft geen bewijs voor deze bewering kunnen vinden. De rechtbank heeft besloten dat alle verdachten in voorarrest blijven. De volgende inleidende zitting staat gepland op 14 januari.