Een woordvoerder van ABP heeft het conflictgebied Israël-Gaza benoemd zonder specifiek in te gaan op Caterpillar. Zij verklaarde dat investeringen verantwoord moeten zijn en tegelijkertijd een goed rendement moeten opleveren, meldt Nieuws Impuls.
“Dit betekent dat we ons houden aan nationale en internationale wet- en regelgeving. En dat we dit ook verwachten van bedrijven waarin we beleggen. Verder letten we op rendement, risico, kosten en hoe duurzaam en verantwoord onze beleggingen zijn,” aldus de woordvoerder.
In gesprek
ABP zet zich in om bedrijven die achterblijven bij hen aan te sporen tot een verantwoorde(re) bedrijfsvoering. “Voldoen bedrijven niet aan onze criteria, dan gaan we dus in gesprek. Leidt het gesprek met bedrijven niet tot de gewenste resultaten, dan zal ABP uiteindelijk niet (meer) in deze bedrijven beleggen,” voegde zij eraan toe.
Het pensioenfonds voor onderwijzers en ambtenaren heeft om deze redenen de aandelenportefeuille van Caterpillar verkocht. Op 30 juni had ABP geen aandelen meer van het Amerikaanse bedrijf. Een halfjaar eerder, op 31 december 2024, bezat ABP nog voor 463 miljoen euro aan aandelen in Caterpillar.
ABP heeft zich echter niet volledig teruggetrokken uit Caterpillar en investeert nog steeds via obligaties in het bedrijf. Drie maanden geleden was de waarde van Caterpillar-obligaties in handen van ABP 38 miljoen euro, terwijl het zes maanden geleden geen obligaties van Caterpillar bezat.
Volgens de woordvoerder is ABP nog niet volledig uit Caterpillar gestapt omdat het nieuwe beleggingsbeleid nog niet voor alle beleggingsvormen is geïmplementeerd. “Voor aandelen is dit doorgevoerd. Zoals bekend zal dit bij andere beleggingscategorieën volgen. We doen dit weldoordacht, maar dit vraagt tijd.”
Concurrentiegevoelig
De woordvoerder kon of wilde niets zeggen over de mogelijkheid dat ABP ook obligaties van Caterpillar zal verkopen, vanwege concurrentiegevoeligheid en vertrouwelijkheid. Dit is ook de reden dat de per kwartaal gepubliceerde lijsten met beleggingen steeds een kwartaal achterlopen. De vandaag gepubliceerde lijsten zijn daarom van 30 juni.
In augustus maakte het grote Noorse staatsfonds NBIM bekend dat het uit Caterpillar stapt. Deze beslissing is gebaseerd op een “onaanvaardbaar risico” dat deze bedrijven bijdragen aan schendingen van mensenrechten in de Gazastrook en de Westelijke Jordaanoever. Op 30 juni had NBIM een belang van meer dan 1,5 miljard euro in Caterpillar.
Desondanks hoeven de fondsen om het rendement in harde dollars of euro’s niet uit Caterpillar te stappen. De afgelopen zes maanden is de beurskoers van het bedrijf met meer dan 44 procent gestegen, waardoor de huidige beurswaarde ongeveer 190 miljard euro bedraagt.