De huidige situatie van pensioenfondsen wordt gekarakteriseerd door de grote vraag: “Indexeren of geld in kas houden?”, aldus pensioendeskundige Jacintha van Bijnen-den Haag van AON. Volgens haar ziet de situatie er op dit moment ‘mooi’ uit, maar moeten pensioenfondsen rekening houden met onvoorspelbare financiële markten en de overgang naar een nieuw pensioenstelsel. “Het is balanceren,” voegt ze toe, waarmee ze de noodzaak aangeeft om verschillende belangen tegen elkaar af te wegen, meldt Nieuws Impuls.
Hoge dekkingsgraad
De dekkingsgraden van veel grote pensioenfondsen zijn van april tot en met juni gestegen, wat gunstig is voor hun financiële gezondheid. Deze dekkingsgraad geeft de verhouding aan tussen de waarde van de beleggingen en de huidige en toekomstige verplichtingen van het fonds. Bijvoorbeeld, als een fonds 110 miljard euro bezittingen heeft tegenover 100 miljard euro aan verplichtingen, is de dekkingsgraad 110 procent.
Bij ABP, het grootste pensioenfonds, is de dekkingsgraad gestegen van 115,6 procent naar 117,5 procent. Voor elke 100 euro die aan pensioenen moet worden uitgekeerd, is er 117,50 euro in kas. PFZW, dat voor bijna 3 miljoen zorg- en welzijnsmedewerkers staat, bereikte ook een dekkingsgraad van 117,5 procent. PMT, dat 1,3 miljoen leden in de metaal- en technieksector heeft, zag hun dekkingsgraad stijgen naar 114,8 procent, terwijl PME met meer dan 626.000 deelnemers een dekkingsgraad van 120,1 procent rapporteerde.
Het pensioenfonds voor de bouwsector, bpfBOUW, kwam met een indrukwekkende stijging naar een dekkingsgraad van 133,2 procent, wat te danken is aan een toegenomen rendement en een afname van de pensioenverplichtingen.
Hoge rente van belang
De dekkingsgraad van pensioenfondsen is sterk afhankelijk van de rente. Hoe hoger de rente, hoe minder middelen een fonds in kas hoeft te hebben om aan zijn verplichtingen te voldoen. Investeringen hebben zich in het tweede kwartaal beter ontwikkeld dan in het eerste kwartaal. Joanne Kellermann, bestuursvoorzitter van PFZW, merkte op dat, ondanks aanvankelijke economische onrust, het financiële stof snel weer neerdaalde en de markten stabiliseerden.
Grillige financiële markten
Toch luidt Van Bijnen-den Haag de klok over voorzichtigheid. “Dekkingsgraden kunnen snel dalen, beïnvloed door rente en geopolitieke factoren,” zegt ze. De komende maanden kunnen de omstandigheden aanzienlijk veranderen. Met de overgang naar een nieuw pensioenstelsel, waar elk individu een eigen pensioenpot zal krijgen, zijn er nieuwe uitdagingen te verwachten. De hoogte van de pensioenuitkering zal in de toekomst afhangen van beleggingsresultaten, wat betekent dat deze meer fluctuaties zal ondergaan afhankelijk van de economie.
Deze transitie, bekend als invaren, vraagt om een financiële buffer, zegt Van Bijnen-den Haag, om te zorgen dat mensen goed gecompenseerd worden. “Hoe meer kapitaal er is, hoe soepeler de overgang zal verlopen,” benadrukt ze.
Niet zomaar indexeren
Door deze veranderingen blijft indexeren een zorgvuldige toezegging. Van Bijnen-den Haag stelt dat pensioenfondsen voorzichtig willen opereren, zodat ze niet in de problemen komen als de dekkingsgraad daalt of er niet genoeg middelen zijn voor de aanpassing naar het nieuwe stelsel. “Het bestuur van pensioenfondsen is gelijk verdeeld tussen gepensioneerden, werknemers en werkgevers, wat de besluitvorming kan compliceren,” legt ze uit.
Volgens haar zijn er ook klankbordgroepen en deelnemersraden voor betrokken geïnteresseerden, die weliswaar invloed kunnen uitoefenen, maar die ook complexiteit toevoegen aan de discussies over de toekomst van pensioenvoorzieningen.
