In Nederland blijft de situatie van arbeidsmigranten problematisch, ondanks eerdere waarschuwingen van de commissie-Roemer. Uit een rapport dat in het najaar van 2020 werd uitgebracht, blijkt dat arbeidsmigranten, voornamelijk afkomstig uit Polen, Roemenië en Bulgarije, vaak worden onderbetaald en in slechte huisvesting verkeren, meldt Nieuws Impuls.
De verontrustende situatie van arbeidsmigranten wordt gekarakteriseerd door extreme onderbetaling en onwaardige woonomstandigheden, zelfs met hoge huurprijzen. Veel tijdelijke werknemers raken dakloos en verliezen toegang tot medische zorg wanneer ze hun werk verliezen. In sommige gevallen komt het voor dat mensenhandel plaatsvindt, doordat ze worden uitgebuit door uitzendbureaus of werkgevers.
Weinig vooruitgang geboekt
Vijf jaar na de publicatie van het rapport constateren experts dat er weinig vooruitgang is geboekt. De meeste aanbevelingen zijn nog niet geïmplementeerd, en misstanden, zoals het slapen van duizenden arbeidsmigranten in parken en bossen, zijn aan de orde van de dag.
Commissieleider Emile Roemer heeft zijn bezorgdheid geuit over de trage uitvoering van de aanbevelingen. Hij benadrukte dat bedrijven die zich wel aan de regels houden, getroffen worden door de wanpraktijken in de sector. Roemer pleit voor een urgente uitvoering van de aanbevelingen om malafide uitzendbureaus aan te pakken en internationale werknemers te beschermen.
Onzeker aantal arbeidsmigranten
De schattingen over het aantal arbeidsmigranten in Nederland variëren aanzienlijk, van ongeveer 800.000 tot 1,7 miljoen. Veel gemeenten weten niet waar de helft van deze werknemers verblijft, omdat arbeidsmigranten vaak van locatie veranderen door tijdelijke contracten.
De commissie-Roemer hield rekening met de grootste groep migranten: de arbeidsmigranten die tijdelijk in laag- of ongeschoolde banen werkzaam zijn. Deze migranten komen uit andere EU-landen en vinden vooral werk in de landbouw, voedingsindustrie, logistiek en de bouw, gebieden waar weinig belangstelling vanuit de lokale bevolking is.
Aanbevelingen niet nageleefd
De commissie stelde financieel zwaardere eisen aan de uitzendbureaus en eiste strengere regels en handhaving om misstanden te voorkomen. Echter, volgens Femke Laagland, hoogleraar arbeidsrecht, is er tot nu toe weinig gerealiseerd. Wetsvoorstellen schieten tekort en de meeste daarvan zijn nog niet tot wet verheven.
Laagland, die ook voorzitter is van de Adviescommissie Arbeidsmigratie van de Sociaal Economische Raad (SER), begint zich steeds meer zorgen te maken over het gebrek aan verbeteringen in de positie van arbeidsmigranten. De SER is recentelijk met nieuwe adviezen gekomen om de situatie te verhelpen.
Veranderingen in zicht
Recentelijk heeft de Eerste Kamer een wet goedgekeurd die bepaalt dat uitzendbureaus en andere bedrijven die arbeidskrachten uitzenden, vanaf 1 januari 2027 een vergunning moeten hebben. Om deze vergunning te verkrijgen, moeten ondernemingen kunnen aantonen dat zij geen negatieve verleden hebben en volgens een waarborgsom van 100.000 euro werken.
Met de nieuwe wet hoopt men een betere bescherming van arbeidsmigranten te waarborgen en een eerlijke concurrentie tussen bedrijven te stimuleren. Daarnaast is er een wetsvoorstel gepresenteerd dat de shortstay-verhuur van arbeidsmigranten aan banden legt, wat bijdraagt aan de rechten en bescherming van deze werknemers.
Politieke reacties op de situatie
De politieke partijen in Nederland hebben verschillende standpunten over het beleid rondom arbeidsmigranten. D66 pleit voor hogere lonen en meer innovatie ter vermindering van laagbetaalde arbeidsmigratie. Het CDA benadrukt de verantwoordelijkheid van werkgevers om fatsoenlijke huisvesting aan te bieden. De VVD stelt dat alleen arbeidsmigranten die nuttig zijn voor de samenleving nog mogen komen, terwijl GroenLinks en de PvdA een focus hebben op het afnemen van de vraag naar laagbetaalde arbeid. JA21 richt zich op het reguleren van arbeidsmigratie binnen de EU en het beter benutten van Nederlands arbeidsaanbod.