Prijzen van koophuizen zijn vorige maand opnieuw fors omhooggegaan. Kopers betaalden gemiddeld 11,4 procent meer dan het jaar ervoor, de grootste stijging in twee jaar. Vooral in de provincie Utrecht gaat het hard.
Dat blijkt uit cijfers van statistiekbureau CBS en het Kadaster. Daaruit kwam naar voren dat vorige maand gemiddeld 466.890 euro is neergelegd voor een woning. Hierbij is alleen gekeken naar bestaande bouw. Nieuwbouw zit niet in de cijfers.
Door de grote vraag naar woningen en het beperkte aanbod stijgen huizenprijzen al jaren. Uitzondering was de periode tussen medio 2022 en medio vorig jaar. Daarna ging de stijging weer door. Hierdoor liggen de prijzen inmiddels bijna 7 procent boven de vorige piek van juli 2022.
Uit de data van het CBS en het Kadaster blijkt bovendien dat de snelle stijging in vrijwel het hele land te zien is. Zeeland is de enige provincie waar vorig kwartaal de prijzen met minder dan 10 procent omhooggingen. Toch betaalde je in de kustprovincie nog altijd 6,9 procent meer dan een jaar eerder.
De provincie Utrecht was zoals gezegd de grootste stijger, met een plus van 14,4 procent. Dit komt mede door de ongekende stijging in de stad Utrecht, waar je vorig kwartaal 18,4 procent meer moest betalen dan in dezelfde periode vorig jaar. Daarmee blijft de Domstad andere grote steden als Amsterdam (+10,1 procent) en Rotterdam (+8,9 procent) ver voor.
Ondanks de hoge prijzen wisten toch meer mensen hun slag te slaan. Vorig kwartaal zijn zelfs in elke provincie meer woningen verkocht dan een jaar eerder.
In totaal zijn vorig kwartaal 54.147 woningen van eigenaar gewisseld. Dat is 15,3 procent meer dan in dezelfde periode het jaar ervoor. Met name appartementen zijn veel vaker verkocht.