Vrijwilligers hebben zaterdag tijdens de allereerste Nationale Walvistelling zestig bruinvissen gespot, laat Stichting Rugvin aan persbureau ANP weten.
Op twaalf plekken langs de Nederlandse kust zochten ruim tweehonderd vrijwilligers naar walvisachtigen. Die leven in de Noordzee, de Waddenzee en de Oosterschelde. De vrijwilligers zagen een moeder met een kalf en mogelijk een dolfijn, die ook tot de walvisachtigen behoort.
De meeste walvissen zijn ontdekt in de Oosterschelde. 23 walvisspotters van Rugvin, initiatiefnemer van de Nationale Walvisteldag, kamden met 7 boten de zeearm uit. Zij zagen 26 bruinvissen, de kleinste walvissoort van Europa. Ook bij Vlissingen, Den Helder, Texel, Den Oever en IJmuiden zijn deze dieren gezien.
De uitslag van de telling baart Stichting Rugvin zorgen. Vijf jaar geleden zagen onderzoekers van de club nog 55 bruinvissen in de Oosterschelde. “Dit kan verklaard worden door het hoge sterftecijfer dat deze zomer is waargenomen”, vertelt directeur van de stichting Frank Zanderink aan ANP. “41 bruinvissen zijn in 2024 dood op het strand aangetroffen. De oorzaak wordt nog onderzocht.”
‘De Noordzee is geen paradijs’
Volgens hem heeft de afname meer oorzaken. “Ze hebben te maken met veel negatieve menselijke invloeden”, zegt Zanderink. “Zoals overbevissing, verstoring door boten, chemische vervuiling, verdrinking in visnetten en de opwarming van het zeewater. De Noordzee is geen paradijs voor ze.”
De telling vond dit jaar voor het eerst plaats en wordt vanaf nu jaarlijks herhaald. Dat doet de stichting om mensen erop te wijzen dat in de Nederlandse kustwateren bruinvissen, dolfijnen en bultruggen zwemmen.
Zanderink: “Met deze Walvisteldag hebben we kunnen bijdragen aan het creëren van een stukje bewustzijn, zodat we deze dieren gaan waarderen en zuiniger omgaan met de zee. De zee heeft veerkracht.”
Verbetering: In een eerdere versie van dit artikel stond dat er 34 walvissen waren geteld. Deze informatie bleek verkeerd verstrekt te zijn. Het gaat om zestig walvissen. Dit is aangepast.